Rio’s moeten voor vol aangezien worden!

‘Rechters en raadsheren in opleiding moeten door hun collega’s en opleiders voor “vol” aangezien worden. De nog steeds gebruikte term “opleideling” toont geen respect voor de grote hoeveelheid aan kennis en ervaring die deze mensen al hebben opgebouwd.’ Dit zei Joseph Kessels, hoogleraar Opleidingskundig leiderschap aan de Open Universiteit en hoogleraar Human Resource Management aan de Universiteit Twente woensdag tijdens de projectbijeenkomst bij SSR in Utrecht over de nieuwe Initiële Opleiding ZM, de zogenoemde nieuwe rio – opleiding.

Prof. KesselsDe vernieuwende onderwijskundige visie van Kessels over bedrijfsopleidingen lag mede ten grondslag aan de leerfilosofie die is ontwikkeld voor de nieuwe rio-opleiding (rechters in opleiding; red.) die in de 2e helft van volgend jaar moet starten. Om de verdere uitwerking van die leerfilosofie handen en voeten te geven, heeft de projectgroep Initiële Opleiding ZM de hulp aangeboden gekregen van zo’n zeventig betrokken deskundigen uit allerlei geledingen van de gerechten in het land. Met vijftig van hen – onder wie (ex-)raio’s, opleiders en docenten – werd op de bijeenkomst nagedacht en gediscussieerd over de invulling van het ‘casco’ van het nieuwe opleidingshuis.

Veilig

Belangrijke componenten van een goede bedrijfsopleiding, zowel voor degene die wordt opgeleid als voor de organisatie, zijn volgens Kessels een veilige leeromgeving en veel regie en verantwoordelijkheid voor de lerende zelf. Die uitgangspunten zouden ook succesformules kunnen zijn bij de rio-opleiding. ‘Maar dan moet er wel op een andere, meer collegiale manier gekeken worden naar de rio’s. Nu lijkt het alsof het mensen zijn met tekorten en gebreken. Maar als je hen benadert vanuit hun talenten zullen zij meer zelfvertrouwen en motivatie krijgen. Met minder uitval tot gevolg’, aldus de hoogleraar.

Dat heeft volgens hem ook repercussies voor de manier waarop de rio beoordeeld wordt. Kessels: ‘Een veilige leeromgeving betekent ook dat het oude systeem van één beoordelende opleider moet worden losgelaten en vervangen door bijvoorbeeld een proeve van bekwaamheid waarbij meerdere mensen betrokken zijn. Natuurlijk zijn er eindtermen waaraan de rio moet voldoen, maar de weg daarheen is heel belangrijk. En die weg zou de rio met veel eigen regie en verantwoordelijkheden moeten kunnen afleggen. Je hoeft hen niet aan hun lot over te laten. Begeleiding is echter iets anders dan betutteling. Een dergelijke benadering vergt ook een andere houding van de opleiders.’

Vragen

In de gekozen leerfilosofie voor de nieuwe opleiding vallen kernbegrippen als kwaliteit, flexibiliteit, didactisch vernieuwend en aantrekkelijk. Hoe al die mooie uitgangspunten praktisch kunnen worden vertaald en in overeenstemming gebracht met de uitgangspunten van de nieuw te ontwerpen initiële opleiding is nog niet zo eenvoudig, zo bleek op de bijeenkomst in Utrecht.

Hoe train je opleiders in het aannemen van een nieuwe houding? Wat wordt er van docenten verwacht als al hun leerlingen, conform hun eigen regie, iets anders willen? Hoe zorg je er voor, dat ook minder interessante maar wel nuttige informatie en kennis tussen de oren komt? En hoe dienen de mensen te worden geselecteerd die als opleider kunnen werken? Dit zijn slechts enkele van de vele vragen waarop de komende tijd een antwoord zal moeten komen. Dit zal gebeuren in zowel grote als kleine werkgroepen. ‘De deskundige input daarbij van  mensen zoals jullie die willen meedenken zullen we echt nodig hebben’, besloot Annemiek Huigen, projectleider van de projectgroep Initiële Opleiding ZM.

Nieuwsoverzicht