Processtukken
Wat is een strafproces zonder processtukken?
De officier van justitie is tijdens het opsporingsonderzoek verantwoordelijk voor de samenstelling van de processtukken in een strafdossier. De manier waarop een strafdossier wordt opgebouwd is vooral afhankelijk van de vraag of stukken aangemerkt kunnen worden als processtukken, hetgeen van groot belang is bij de behandeling van strafzaken. De medewerkers van het Openbaar Ministerie moeten daarom goed op de hoogte zijn van hierop van toepassing zijnde wetgeving en jurisprudentie.
Tijdens deze cursus leer je wat procestukken zijn en wanneer een recht op kennisneming daarvan ontstaat. Wie gaan er eigenlijk over processtukken; de politie, de officier, het OM of de rechter? Ook komen we tijdens de cursus te spreken over onthouding en bezwaar van processtukken. Hiernaast is er voldoende ruimte voor de behandeling van casuïstiek, voor het delen van praktijkervaringen en voor het inbrengen van leervragen.
Doel
Kennis/inzicht
Na afloop van de deze cursus ken je de jurisprudentie in het kader van strafvorderlijke kennisneming van processtukken en overige stukken. Ook ben je op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving en jurisprudentie. Daarnaast krijg je inzicht in hoe de artikelen 30 t/m 34 en 51b Sv zich verhouden tot de Wjsg, Wob en AVG.
Vaardigheid (toepassen van kennis en inzicht)
Na afloop van deze cursus ben je in staat te beoordelen wat processtukken zijn, wanneer wie recht heeft op processtukken, wie er over de processtukken gaan en wanneer onthouding en bezwaar van processtukken aan de orde is.
Doelgroep
(Adj.) Officieren van Justitie (in opleiding), trainees en parketsecretarissen.
Inhoud
De cursus bestaat uit twee delen: een deel voorbereiding en een dag contactonderwijs op locatie. In de voorbereiding doe je kennis en inzicht op over relevante wetgeving en jurisprudentie en krijg je een beeld van processtukken in relatie tot Wjsg, Wob en AVG.
Tijdens het contactonderwijs op locatie wordt aan de hand van inleidingen en casuïstiek gewerkt aan de inzichten over de inhoud en daarmee opbouw van een strafdossier. Dit gebeurt aan de hand van vier duidelijk te onderscheiden aspecten:
– Wat zijn processtukken
– Wanneer heeft wie recht op processtukken?
– Wie gaan er over processtukken
– Onthouding en bezwaar van processtukken
Bijzonderheden
Aan de leeractiviteit zijn drie korte voorbereidingsopdrachten verbonden. In de eerste opdracht wordt gevraagd om studiemateriaal door te nemen. In de tweede wordt gevraagd om een tijdens het contactonderwijs te behandelen casus voor te bereiden. De derde opdracht betreft het inleveren van leervragen die kunnen worden beantwoord tijdens het contactonderwijs.
De voorbereiding zal ongeveer 4 uur in beslag nemen.