Afstamming, basis
Afstamming in relatie tot onder meer juridisch ouderschap, internationale verdragen en de wetteksten in boek 1 en boek 10
Een goede basiskennis van Afstamming is voor familierechters essentieel, omdat dit recht tot diverse ingrijpende rechtsgevolgen leidt.
Het Nederlandse afstammingsrecht is in de afgelopen jaren steeds ingewikkelder geworden. Niet alleen door diverse wettelijke aanpassingen, zoals de Wet lesbisch ouderschap, maar ook door nieuwe bevruchtingstechnieken en draagmoederschap. Deze ontwikkelingen hebben tevens zijn weerslag op de rechtspraktijk; uitspraken van rechters zijn steeds complexer van aard geworden.
Doel
Na deze cursus kunnen de ontstaanswijzen van juridisch ouderschap en de verschillende rechtsgevolgen daarvan onderscheiden worden.
Doelgroep
De cursus is bedoeld voor rechters, raadsheren en gerechtsjuristen.
Inhoud
Deze cursus behandelt de volgende onderwerpen:
- rechten kind, toetsing rechter
- de wetteksten met betrekking tot afstamming (boek 1 en boek 10)
- IPR (waaronder botsing Nederlandse rechtsorde en Boek 10)
- internationale verdragen (waaronder Haags adoptieverdrag, IVRK, EVRM)
- juridisch ouderschap (algemeen, vaststelling, aantasting)
- wet lesbisch ouderschap
- erkenning van buitenlandse rechtsfeiten
- positie kinderen 12+
- taak bijzondere curator in afstammings- en adoptiezaken (1:212 BW)
- actuele jurisprudentie.
Opzet en werkwijze
De cursus bestaat uit twee dagdelen contactonderwijs op één dag. Daarnaast bereiden deelnemers de cursus voor in MIJN SSR.
Er wordt gewerkt met casuïstiek ter illustratie van vraagstukken.
Voorkennis
Van deelnemers aan deze cursus wordt verwacht dat zij kennis van de basisbeginselen van het familierecht hebben.
Bijzonderheden
Het onderwerp Adoptie wordt behandeld in de cursus Interlandelijke adoptie.