De regievoerende rechter en de mondelinge behandeling
Krijg inzicht in professionele dilemma’s en de regiefunctie als civiele zittingsrechter
Welke regiemogelijkheden biedt het civiele procesrecht de zittingsrechter? Hoe leid je de mondelinge behandeling efficiënt? Ga je getuigen en deskundigen horen? Ga je mondeling uitspraak doen? Hoe benut je de mogelijkheden van preprocessuele afstemming? In deze verdiepingscursus worden professionele dilemma’s rondom regievoering gedeeld, ervaringen uitgewisseld en stijlverschillen besproken teneinde de deelnemers te verrijken met nieuwe inzichten en mogelijkheden.
Doel
Na afloop van de cursus hebben de deelnemers inzicht verkregen in de eigen professionele dilemma’s in hun regiefunctie als civiele zittingsrechter. Zij zijn zich bewust van stijlverschillen, valkuilen en nieuwe mogelijkheden in hun rol als regisseur voorafgaand aan en tijdens de mondelinge behandeling.
Doelgroep
Rechters en raadsheren met een minimale ervaring in de civiele rechtspraktijk van 3 jaar.
Inhoud
In de cursus staat de mondelinge behandeling centraal. De docenten zullen de mondelinge behandeling benaderen vanuit de functie van de rechter. Daarbij zal algemene informatie gegeven worden over de kwaliteitseisen die aan een mondelinge behandeling worden gesteld en in het bijzonder op de wijze waarop de rechter voorafgaand aan en tijdens de mondelinge behandeling invulling kan geven aan zijn/haar regiefunctie. Wat betekent die regiefunctie precies? Op welke verantwoordelijkheid van de rechter heeft die betrekking en hoe verhoudt de activiteit van de rechter in dat kader zich tot de traditionele taakverdeling tussen de rechter en partijen? Wat heeft de rechter nodig om effectief regie te voeren?
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- regie in de voorfase, maatwerk en zittingsagenda
- handhaving van termijnen en de goede procesorde
- modaliteiten van het opmaken van een proces verbaal
- dilemma’s rondom het mondelinge vonnis
- regie op het verdere verloop van de procedure of oplossen van het geschil
Voorkennis
Van de deelnemers wordt verwacht dat zij een minimale werkervaring van 3 jaar in de civiele rechtspraktijk hebben.