Gezag en omgang
Inzicht in het materieel (nationaal en internationaal) recht op het gebied van voogdij, biologische/natuurlijke ouders
In verband met de toenemende complexiteit van zaken op het gebied van gezag en omgang en de ontwikkelingen op dit gebied in Europa, is er een duidelijke behoefte in het werkveld aan een update van kennis, inzicht en ervaring rondom de behandeling van zaken op dit terrein.
Doel
De nadruk in deze cursus ligt op het verwerven van inzicht in en het toepassen van het materiële (nationale en internationale) recht en het methodisch oplossen van juridisch complexe zaken rondom gezag en omgang.
Doelgroep
De cursus is geschikt voor sectoroverstappers en voor de familierechter/-raadsheer, (ervaren) juridisch medewerker uit de sectoren familie van de rechtbanken en gerechtshoven die zich met gezags- en omgangszaken bezighouden.
Inhoud
De volgende onderwerpen komen aan bod:
Gezag
- binnen/buiten huwelijk
- voogdij
- biologische/juridische ouders
- informele rechtsgang minderjarigen
- geschillenregeling van art. 1:253a lid 1
Omgang
- ouder met en zonder gezag; ontzegging, schorsing, handhaving contact/nauwe persoonlijke betrekkingen
- verdeling van zorg- en opvoedingstaken (art 1:253a BW)
- informatie- en consultatierecht
- beslismogelijkheden van de rechter/raadsheer
Opzet
De cursus bestaat uit 2 losse cursusdagen (4 dagdelen). Dag 1: Gezag en dag 2: Omgang. Theorie wordt afgewisseld met casuistiek uit de (eigen) beroepspraktijk. Er is ruimte in het programma voor discussie en reflectie op eigen handelen.
Voorkennis
Enige basiskennis van het jeugd- en familierecht in formele en materiële zin.
Bijzonderheden
De cursus maakt deel uit van het leertraject Jeugdrecht.