Modernisering burgerlijk bewijsrecht – SSR
Cursussen / Civiel recht / Procesrecht / Modernisering burgerlijk bewijsrecht

Modernisering burgerlijk bewijsrecht

Hoe te anticiperen op de wijzigingen in het bewijsrecht

Op dit ogenblik is bij de Tweede Kamer het in juni 2020 ingediende Wetsvoorstel 35 498 (Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht) in behandeling. Het voorontwerp van dit wetsvoorstel, waarover in 2018 een consultatie is gehouden, was gebaseerd op het adviesrapport ‘Modernisering burgerlijk bewijsrecht’ dat in 2017 is uitgebracht door de gelijknamige expertgroep die was ingesteld door de minister van Justitie en Veiligheid.

Twee van de auteurs van dit adviesrapport, prof. mr. Daan Asser en prof. dr. Ruth de Bock, gaan tijdens de master ‘Modernisering burgerlijk bewijsrecht’ met de deelnemers in gesprek over de aanpassing en modernisering van het bewijsrecht. Daarbij vormen het wetsvoorstel 35 498, de memorie van toelichting en het verslag het uitgangspunt.

Doel

Na afloop van de cursus zijn de deelnemers zich bewust van de wijze waarop zij, onder meer in het licht van de in art. 87 Rv algemeen verruimde regievoering, kunnen anticiperen op de wijzigingen in het bewijsrecht en op welke wijze zij daarin als civiele rechter positie kunnen innemen.

Doelgroep

Rechters en raadsheren met een minimale ervaring van 3 jaar in de civiele rechtspraktijk.

Inhoud

Aan de hand van een gerichte opdracht ervaren de deelnemers wat de impact is van de wijzigingen in het bewijsrecht. Centrale vragen daarbij zijn: Hoe ga je het organiseren in je werk? Hoe pak je het aan? Welke knelpunten ervaar je en welke mogelijkheden zie je? De cursusbijeenkomst zal vooral in het teken staan van het verkrijgen van nieuwe inzichten, de uitwisseling van ervaringen en discussie waarbij de volgende onderwerpen aan de orde komen:

  • actieve rol rechter bij bewijsgaring door partijen
  • verbeterd inzagerecht
  • algemeen bewijsbeslag
  • het gebruik van schriftelijke getuigenverklaringen
  • consistente regeling van omgaan met vertrouwelijke informatie en geheimhoudingsplichten
  • suggesties van de rechter tot het aanvullen rechtsgronden

Voorkennis

Van de deelnemers wordt verwacht dat zij een minimale werkervaring van 3 jaar in de civiele rechtspraktijk hebben. Het verdient aanbeveling kennis te hebben genomen van het hierboven genoemde wetsvoorstel, de memorie van toelichting en het verslag.

Geen uitvoering gepland

Op dit moment is er voor deze cursus geen uitvoering gepland. Maak gebruik van de button ‘Hou mij op de hoogte’ aan de linkerzijde van deze pagina als je een bericht wilt ontvangen wanneer er een nieuwe uitvoering gepland is.