Vernieuwende kijk op EU grondrechten via digitaal stappenplan

Een vernieuwend digitaal stappenplan dat de weg wijst door het complexe doolhof van de EU grondrechten. Plus een grondige inleiding in de basics van diezelfde grondrechten. Daarop werden de deelnemers van de cursus ‘Grondrechten van de Europese Unie’ getrakteerd op dinsdag 26 juni in Utrecht. De cursisten zijn enthousiast over de toepasbaarheid van de stof. “Ik ga mijn collega’s zeker op dit stappenplan wijzen.”

EU grondrechten

Diverse juridisch medewerkers, enkele rechters, een Rio, een raadsheer, een stafjurist: er is een gemêleerd gezelschap afgekomen op de SSR-cursus ‘Grondrechten van de Europese Unie’. Allemaal merken ze op hun werk dat in rechtszaken het beroep op Unierechtelijke grondrechten toeneemt. “Te pas en te onpas”, volgens de één. “Een ondergesneeuwd kindje”, volgens de ander. Met de opmerking “Hoog tijd om me er wat grondiger in te verdiepen”, vat een derde de gezamenlijke intentie goed samen. Voor die grondige verdieping staan de twee docenten van vandaag garant. Zowel hoogleraar Fundamentele rechten Janneke Gerards als onderzoeker Mirjam de Mol zijn gepokt en gemazeld in de wereld van de Europese grondrechten. Om beurten praten zij de groep uitgebreid bij over de complexe geschreven en ongeschreven grondrechten van het Unierechtelijke juridische stelsel.

Duitse steen in de vijver

Gerards begint met een historische les: “Wisten jullie dat het Duitse Bundesverfassungsgericht de rechtstreekse werking van het EU-recht boven het nationale recht fundamenteel in twijfel heeft getrokken?”, vraagt ze. Enkele cursisten knikken. “Die kritiek ontstond omdat de Europese Unie nationale grondrechten dreigde aan te tasten. “Deze Duitse steen in de vijver betekende een flinke slag voor de Europese juridische piramide met het Hof van Justitie in Luxemburg aan het hoofd”, stelt Gerards. De tegenzet van het EU Hof die volgde, was even pragmatisch als strategisch: het Hof nam aan dat de fundamentele rechten — zoals zij worden gewaarborgd door het EVRM en voortvloeien uit de constitutionele tradities die de lidstaten gemeen hebben – als algemene beginselen integraal onderdeel uitmaken van het recht van de Europese Unie. EU-maatregelen moeten dus in overeenstemming zijn met deze algemene beginselen. Gerards doet een kort interactief quizje met de zaal, zoals vaker gebeurt vandaag: ‘Uit welke bronnen werd geput om deze algemene rechtsbeginselen te bepalen?’. De cursisten, die antwoorden via hun laptop of telefoon, kunnen kiezen uit vier bronnen: nationale grondrechten, nationale rechtspraak, het EVRM en het Europees Sociaal Handvest. Het EVRM en de nationale grondrechten worden het vaakst gekozen. “Ze zijn allemaal goed”, glimlacht Gerards. “Het geeft aan hoe breed de grondslag is voor de rechtsbeginselen.”

Reeks Europese grondrechten

Gerards en de Mol nemen hun gehoor in vogelvlucht mee langs de mijlpalen in de ontwikkeling van de Europese grondrechten: zoals het Handvest uit 2000 en het Verdrag van Lissabon uit 2009. Een reeks grondrechten komt voorbij: bijvoorbeeld het recht op privacy, het recht op een eerlijk proces en het non-discriminatiebeginsel. De verhouding tussen het Handvest en het EVRM wordt geduldig en helder uitgelegd, net als de vaak subtiele relaties tussen andere verdragen en instituties. Steeds worden de verschillende opties en mogelijke situaties in kaart gebracht die bepalen welk juridisch regime er geldt. Dat hangt af van vragen als: is de uitvoering van het EU-recht in een bepaalde casus discretionair of niet, is er sprake van een beperking van EVRM-rechten, is artikel 51 van het EU-Handvest van toepassing? Schijnbaar abstracte concepten, maar ze hebben beslissende invloed op hele tastbare kwesties. Zoals het wel of niet uitzetten van een Islamitische haatprediker naar een land waar een risico op folteren bestaat. Of de vraag of je als overheid verkeersovertredingen van burgers mag opslaan in een aparte database om de verkeersveiligheid te vergroten. Heiligt dat doel dit middel dat het recht op privacy aantast?

 ‘Hoe ver gaat een grondrecht?’

“Boeiend”, blikt belastingrechter Linda van Schaik van de rechtbank Zeeland-West-Brabant terug op het ochtendcollege. “Als rechter kom je zaken waar de EU-grondrechten spelen soms tegen, maar dan heb je meestal weinig tijd om je er in te verdiepen. Vandaag hoor ik heel systematisch hoe alles zich tot elkaar verhoudt, bijvoorbeeld de rechtspraak van het Hof van Justitie in Luxemburg ten opzichte van die van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.” Van Schaik wist hier al het nodige van, maar niet altijd op detailniveau en dat leert ze in deze module. Zodat ze het geleerde kan toepassen op concrete rechtszaken waar de dimensie van de EU grondrechten een rol speelt. “We krijgen steeds vaker te maken met een beroep op bijvoorbeeld het verdedigingsbeginsel. Zoals het recht op inzage en het recht gehoord te worden. Maar hoe ver gaat dat? Volgens het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel moet de Belastingdienst belanghebbenden bij bepaalde besluiten al de mogelijkheid geven hun standpunten kenbaar te maken voordat het bezwarende besluit wordt genomen. Dit gebeurde voorheen nooit in Nederland. Dit speelde vaak pas in de bezwaarfase, nadat het besluit over het opleggen van een belastingaanslag al was genomen. Op dit gebied spelen interessante casussen.”

Handig digitaal stappenplan

‘s Middags is het moment aangebroken dat deze cursus zo bijzonder maakt. De deelnemers gaan werken met het digitale stappenplan dat Mirjam de Mol met haar SSR-collega’s heeft ontwikkeld om te kunnen bepalen of en hoe de EU grondrechten van toepassing zijn in herkenbare oefencasussen uit het nationale recht van diverse EU-lidstaten. “Je kunt bij iedere stap die je neemt steeds een toelichting aanklikken”, legt de Mol uit. “Er zijn allerlei handigheidjes, zo vind je onder ‘Voorbeelden’ een reeks arresten van het Hof van Justitie.” Het stappenplan begint steeds met een quick scan of er in deze zaak wel of geen aanknopingspunten zijn met het EU-recht, vertelt ze. “Vervolgens kijk je meer specifiek wat er aan de orde is. Gaat het bijvoorbeeld om een typisch gevalletje ‘sanctionering’?” Het stappenplan is ook toepasbaar in echte zaken en bevat daarvoor bouwstenen voor het doen van een uitspraak. De cursisten kunnen na vanmiddag via hun eigen kennisomgeving altijd bij het digitale stappenplan, belooft de Mol. “Dan krijg je automatisch ook vier keer per jaar een nieuwsbrief met recente jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU.”

Vijfde vakantieweek?

Een prikkelende casus in het practicum gaat over een lidstaat die werkgevers verplicht om werknemers minimaal 5 weken vakantieverlof per jaar te geven. De betreffende EU-richtlijn verplicht tot een minimum van 4 weken verlof, maar staat lidstaten expliciet toe om gunstigere maatregelen te nemen. Kan binnen die lidstaat in zaken over het recht op de vijfde vakantieweek een beroep gedaan worden op de EU-grondrechten? “Mijn intuïtie zegt nee, eerst maar even in het stappenplan kijken”, zegt een cursiste. “Is er sprake van een uitzondering? Om dat te zien moeten we echt eerst even de toelichting aanklikken.” Ze overlegt bij elke casus steeds met haar buurman Melvin Pauwels, belastingrechter bij rechtbank Zeeland-Oost-Brabant. Samen komen ze in dit geval tot de conclusie dat er sprake is van een verdergaande bevoegdheid van de lidstaat zelf, waardoor het EU-recht en daarmee ook de EU grondrechten uit beeld raken. “Deze uitzondering had ik zelf van tevoren niet bedacht”, stelt Pauwels. “Goed zo’n stappenplan”, zegt hij tegen zijn buurvrouw. “Handig als je zelf een zaak hebt waarin de grondrechten een rol spelen.”

Verschillende routes richting casus

De meeste groepjes krijgen de systematiek van het stappenplan snel onder de knie. “Hier is toch sprake van een Agentsituatie?”, zegt Pauwels bij een casus over bevroren goederen op basis van een EU-verordening. “Voor vandaag had ik nog nooit van een Agentsituatie gehoord”, lacht hij. Nu heeft hij het verschil tussen een Agentsituatie en een Machtigingssituatie leren kennen. In het stappenplan is dit onderscheid van belang: het levert twee verschillende routes op waarlangs je een specifieke casus kunt benaderen. Inmiddels is het duo aanbeland bij een Spaanse zaak over een mishandelde vrouw die toch weer wil wonen bij haar echtgenoot die een straatverbod heeft. Zij doet een beroep op een EU-kaderbesluit dat de toegang van slachtoffers tot de strafprocedure regelt. “Ik denk dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn met het EU-recht”, zegt Pauwels buurvrouw. “Mirjam de Mol gaf aan dat de casus echt hand in hand moet gaat met bepalingen van Unierecht. Dat lijkt me hier niet het geval.”

Direct bruikbaar op het werk

Ik ga dit digitale stappenplan zeker gebruiken”, zegt Stan Arjun Sharma, stafjurist bestuursrecht/vreemdelingrecht op rechtbank Oost-Brabant. “Het is een goede aanvulling wanneer je aanloopt tegen vragen over het EU-Handvest. Hier op de iPad is het nog een beetje gepriegel, maar op het werk heb ik een groot scherm. Daar ga ik het stappenplan toevoegen aan favorieten. Dan kan ik het direct openen als ik het nodig heb.” Als stafjurist is Arjun Sharma een vraagbaak voor veel collega’s. “In die rol zal ik mensen op dit systeem wijzen. Dan laat ik zien hoe het werkt, zodat ze het de volgende keer zelf kunnen.” Dat vergt nog wel wat verdere verdieping in het stappenplan, beseft hij. “Je moet er even tijd in investeren voordat het een handigheid wordt. Ik ga er een keer goed voor zitten om het door te nemen.” Deze systematische digitale werkwijze kan eventueel ook toegepast worden op andere rechtsgebieden en cursussen, denkt hij. “Dat zou best kunnen, wel leent het ene rechtsgebied zich daar beter voor dan het andere.” Arjun Sharma juicht het toe dat SSR met zo’n innovatieve methode komt.

Stappenplan kosteloos te volgen

Medewerkers van de rechterlijke organisatie kunnen het stappenplan (digitale module) direct en kosteloos online volgen via MIJN SSR/Toepasselijkheid van EU Grondrechten. Hiervoor heeft u een account nodig. Wanneer u hier nog niet over beschikt, neem dan contact op met de SSR Servicedesk.

Eerstvolgende uitvoering Toepasselijkheid van EU Grondrechten

De eerstvolgende uitvoering van de cursus vindt plaats in november 2018. Wanneer de exacte datum bekend is, leest u dit op www.ssr.nl/Toepasselijkheid van EU grondrechten

 

Nieuwsoverzicht