Vakmanschap

Recent kreeg ik een prachtig cadeau. Ik werd uitgenodigd in Rotterdam in De Doelen bij de conferentie ‘Meesterlijk’ van het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie is al een tijd druk in de weer om het vakmanschap binnen de organisatie wederom nadrukkelijk op de kaart te zetten. Na een periode van enorme bezuinigingen, waarin de werkdruk zo hoog was, dat officieren van justitie en andere medewerkers – volgens Herman Bolhaar in zijn recente afscheidsinterview – ‘balanceerden op de randen van hun kunnen’, vindt men het de hoogste tijd om het OM toekomstbestendig te maken. Dat houdt professionalisering in, waarvan vakmanschap een belangrijk deel uitmaakt. En het bleef niet alleen bij woorden.

In De Doelen doken de deelnemers – veelal ervaren officieren van justitie – samen met leden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest in de onvervreemdbare aspecten van het vakmanschap. En er bleken vele overeenkomsten en gedeelde passies te zijn, waardoor het een topmiddag werd. Al vanaf het eerste moment zaten we op het puntje van onze stoelen in de grote concertzaal. Er was geen ontsnappen aan. Niets heerlijker dan met vakmensen uitwisselen en reflecteren over het werk. Ze geven om hun werk, ze halen een belangrijk deel van hun geluk uit het werk. En daarom zijn ze erop uit het goede te doen. De goede vakman beschikt daarbij ook over de bekwaamheden om dat goed te doen. Beslissingsruimte is voor alle aanwezigen van onschatbare waarde. Regels en procedures geven steun, zeker aan de beginnende vakman/vrouw. Toch gaf men aan na verloop van tijd de ruimte nodig te hebben en die ook te pakken. Als men door standaardisering van het werk niet de kans krijgt om te leren van de subtiele maar vaak wezenlijke verschillen in veel situaties, verliest men al snel zijn vakmanschap. Of men krijgt niet de kans om die te ontwikkelen. Vakmanschap bewijst zich immers via het oog, hoofd en hart.

Wat ik rondom mij zag, waren hands-on mensen die erin geloven en die gewend zijn snel te handelen en eigen inschattingen te maken in specifieke situaties. Je moet hen niet platslaan met regels en interne procedures. Komt bij het Openbare Ministerie nog bij, dat je ook altijd direct het drie musketiersgevoel ervaart ‘één voor allen, allen voor één’. Prachtig en krachtig om te zien dat ‘Wij van het OM – gevoel’. Overigens geldt hetzelfde voor de leden van het Philharmonisch orkest. Iedereen kent zijn vak maar levert ook graag individueel geluid in ten behoeve van de groepskwaliteit. In het optreden van leden van het orkest in de workshops werd ook meteen hoorbaar, wat daarvan de meerwaarde is. Opvallend daarbij was dat gepast improviseren alle professionals extra werkplezier verschaft.

Dat het Openbaar Ministerie deze middag had ingericht met mooie muziek, food for thought en rondlopende performers die op de persoon toegeschreven complimenten uitdeelden aan alle deelnemers, belooft veel goeds voor de toekomst. Dat het scherp houden van vakmanschap veel onderhoud en verdieping behoeft, was voor de aanwezigen geen vraag. Laten we meer van dit soort momenten pakken. We hebben ze zo hard nodig voor het onderhoud van ons vakmanschap.

Nieuwsoverzicht