Publiek hangt aan lippen ‘dictator hunter’ Brody in SSR-masterclass

Hoe sleep je een dictator voor het gerecht? En hoe zorg je er voor dat hij wordt veroordeeld? Op die vragen gaf ‘dictator hunter’ Reed Brody op vrijdag 8 september antwoord in een door SSR georganiseerde masterclass bij de Hoge Raad. Een divers publiek van officieren van justitie, advocaten, rechters en politiemensen hing aan Brody’s lippen. Via de berechting van de ex-dictator van Tsjaad liet hij zien welke strategie en volharding er nodig zijn voor een succesvolle afloop. “Ik ben een vehikel waardoor slachtoffers toegang krijgen tot de geschiedenis.”

Dictator Hissène Habré werd in 1982 in Tsjaad aan de macht gebracht door de Verenigde Staten. Hij maakte tienduizenden slachtoffers, onder meer door verdwijningen en martelingen. Hij plunderde de schatkist en bouwde verschillende geheime gevangenissen. Reed Brody somt de feiten haast nuchter op. Maar dan wordt zijn stem zachter: “Een bekend slachtoffer en inmiddels één van mijn beste vrienden is Souleymane Guengueng. Hij zag mensen om zich heen doodgaan in de gevangenis en zwoor dat hij later zou gaan vechten voor gerechtigheid. Dat deed Souleymane: hij interviewde vele slachtoffers en bouwde dossiers op.”

Reed Brodey

‘Alles veranderde’

In 1990 kwam er een nieuwe president in Tsjaad, vertelt Brody zijn relatief jonge publiek in de SSR-masterclass in een zittingszaal van de Hoge Raad. Maar de nieuwe leider wilde zich niet branden aan het vervolgen van zijn voorganger. “Alles veranderde toen in 1998 Augusto Pinochet gearresteerd werd in Londen”, vertelt Brody opgetogen, alsof het gisteren plaatsvond. “Dit gebeurde op aangeven van de Spaanse onderzoeksrechter Garzón. Amnesty International en Human Rights Watch, waar ik werkte, traden op als intermediairs in deze zaak. Pinochet ging in beroep bij het Britse House of Lords, maar dat gaf hem ongelijk. Hieruit volgde dat voormalige staatshoofden overal gearresteerd konden worden. Dat was een cruciale beslissing, een wake up call voor alle dictators. En een moment of hope voor al hun slachtoffers.”

Snelle arrestatie

“’Kan hij toch nog berechtigd worden?’, dachten slachtoffers over de hele wereld”, vervolgt Brody. “Ook de slachtoffers in Tsjaad. Zij stapten op Human Rights Watch (HRW) af en zeiden: ‘Wij willen dit ook doen’. Dus stuurde HRW onderzoekers naar Tsjaad.” In het Franse rechtssysteem kunnen slachtoffers zelf als civiele partij naar de rechter stappen, zonder het Openbaar Ministerie in te schakelen. In januari 2000 dienden ze in Dakar hun ‘complaint’ in. “Tot onze verrassing werd Habré binnen een maand gearresteerd voor zijn misdaden tegen de menselijkheid. Maar uiteindelijk zorgde de nieuwe president ervoor dat de rechter werd overgeplaatst en werd de zaak gestopt.

Juridische ruggengraat

Ondertussen was HRW ‘incredibly lucky’, glimlacht Brody. In het gebouw van de voormalige politieke politie van Tsjaad vonden zij tienduizenden documenten over vervolgingen, martelingen en doden. Dit werd de ruggengraat van de juridische zaak tegen Habré. Alleen al uit deze documenten kan worden geconcludeerd dat dit regime van ruim 1200 doden en 12.000 slachtoffers op zijn geweten heeft. “Een deel van de slachtoffers kwam uit Senegal”, legt Brody uit. “Dat was van politiek belang, omdat later het proces in Senegal zou gaan plaatsvinden.”

Openhartig en kwetsbaar

Voor een dictatorjager komt Brody opvallend vredig en relaxed over. Terwijl hij zijn verhaal doet, zit hij met wippende benen op het rechterlijke meubilair van de Hoge Raad. Eerder een goedwillende knuffelbeer dan een jagende Grizzly. Hij vertelt bevlogen, met droge humor en een onvervalst Amerikaans accent. Kritische vragen uit de zaal beantwoordt Brody openhartig en kwetsbaar. Om vijf uur is het tijd en moet hij eigenlijk direct door naar zijn volgende optreden in Den Haag: als keynote speaker bij ‘The night of the Dictatorship’, georganiseerd door Prodemos. Toch staat hij na zijn lezing eerst nog allerlei mensen te woord.

“Het was de start van een lang politiek gevecht”, gaat Brody verder. “Onze strategie was dat we focusten op de verhalen van de slachtoffers. Met verhalen trek je de aandacht van de media, met persoonlijke getuigenissen overtuig je de rechtbank. Wanneer je de man uit de kerker plaats tegenover de man die hem daar ingooide, spreekt dat tot de verbeelding. Het werkte ook: ons boegbeeld Guenggueng werd twee keer geportretteerd in de New York Times, we bereikten de media.”

Dramatisch moment

Juridisch diende zich een nieuw podium aan, een nieuw land: België. Daar bestond de Genocide Law. Daarmee kon de Belgische justitie misdaden tegen de menselijkheid vervolgen, ook al hadden die niet in België plaatsgevonden. Onze zaak werd aangespannen door 21 slachtoffers van Habré, waaronder drie Belgen. In 2005 heeft een Belgische onderzoeksmissie vervolgens in Tsjaad honderden slachtoffers geïnterviewd. “Dat was een dramatisch moment in Tsjaad: mensen werden eindelijk gehoord. ‘Since when justice has arrived in Chad?’ zei één van hen op tv. Helaas werd de genocidewet door België ingetrokken.” Maar de Belgische inspanning maakte wel het verschil, vertelt Brody. Uiteindelijk is het België dat via het Internationaal Strafhof niet Tsjaad maar Senegal dwingt om Habré te vervolgen. Het ICC legt dit in juli 2012 aan Senegal op. “Voor de eerste keer in de geschiedenis werd deze verplichting opgelegd aan een land dat zelf weinig te maken heeft met de gepleegde misdaden.’

Zilveren dienblad

Het lukt Senegal samen met de Afrikaanse Unie een compacte rechtbank op te zetten voor slechts 9 miljoen euro. Tsjaad voelt dat het niet kan achterblijven en organiseert in 2015 een eigen proces tegen het regime Habré: het levert 21 veroordelingen op van daders en medeplichtigen, de meesten van hen zitten nog steeds vast. Het toneel van het hoofddrama is het proces in Senegal, dat begint op 20 juli. Een historisch moment, stel Brody: “De slachtoffers bieden de rechtbank de zaak op een zilveren dienblad aan via vele verhalen en getuigenissen. Habré erkent de rechtbank niet, er zou sprake zijn van een politieke vendetta. In de rechtszaal zal hij gedurende het hele proces zijn hoofddoek en zonnebril niet afdoen.” Het bewijs tegen Habré stapelde zich op: aantekeningen in zijn persoonlijke handschrift waar hij verordonneert dat ‘gevangenen niet naar het ziekenhuis mogen, alleen dood’, er getuigt een key insider van de politieke politie die verklaard dat zijn chef dagelijks documenten naar Habré bracht.

‘Wij willen dit ook’

Brody vertelt over het proces als een spannend jongensboek, met de bijbehorende emoties. ‘De meest gevoelige dag was voor mij de getuigenis van Guengueng. Die had daar als activist 25 jaar op gewacht. Het meest dramatisch waren de verhalen van de vrouwen die waren ingezet als seksuele slavinnen in Habré’s leger. In mei 2016 wordt Habré veroordeeld tot levenslang. De voldoening onder de slachtoffers is groot. Het proces heeft, zegt Brody trots, een vergelijkbaar vliegwieleffect als de arrestatie van Pinochet. “‘Wij willen dit ook’, zeggen slachtoffers uit allerlei landen tegen ons.” Zo werkt HRW nu samen met de slachtoffers van de voormalige Gambiaanse dictator.

Nationale vervolging

Tijd voor vragen uit het publiek. “Mijn ervaring is dat donoren vooral geld in grote instituties steken en niet in de nationale juridische instituten zoals jullie rechtbank in Senegal, zegt een rechter uit de zaal. “Dat ben ik hartgrondig met je eens”, haakt Brody in. “Als ik rondloop in de mooie gebouwen van het ICC in Den Haag denk ik vaak ‘Wat je niet allemaal kunt doen met dit geld’. Ik zou het liever besteden aan het goed georganiseerde proces dat de inheemse bevolking van Guatemala heeft aangespannen tegen haar regering. Een nationale vervolging door de eigen justitie met behulp van de eigen slachtoffers is veel krachtiger. Je vecht dan niet alleen tégen onrecht maar ook vóór een betere samenleving en een goede Rule of Law.”

Publiek masterclass Reed Brody

Omgang met getuigen

Een vrouwelijke politierechercheur wil weten hoe Brody en HRW de slachtoffers hebben benaderd. Hebben ze die solo gesproken of in groepen, wat is het gevaar van onderlinge beïnvloeding?” “De getuigen waren onderdeel van onze missie”, stelt Reed. “Neem de seksueel misbruikte vrouwen. Die zijn pas gaan getuigen nadat een advocate die hen persoonlijk kende, hen ervan overtuigde ‘Dit is je kans’. Maar tegelijk deden we van alles fout bij het omgaan met deze getuigen. Ik volgde laatst een lecture ‘Hoe bewijs je seksueel geweld?’. Van die checklist hebben wij in Senegal niks gedaan. Ook gaven wij in documentaires – die we gebruikten om het belang van het proces te bepleiten – allerlei getuigenissen al prijs. Terwijl de regel is dat je die nooit te vroeg moet vertellen.” Gelukkig toonden de rechters van de rechtbank in Senegal zich welwillend tegenover de getuigen. “Bijvoorbeeld tegenover de behoorlijke contradicties die getuigenissen 30 jaar na dato kunnen bevatten. Tegelijk namen de rechters niks aan op basis van één getuigenis. En er waren documenten die de verhalen bewezen.”

HRW had inmiddels diverse getuigende slachtoffers van het proces op de loonlijst staan, vertelt Brody. “Was dat geen issue in de rechtszaak?”, vraagt een vrouwelijke officier van justitie. “Dat was het zeker”, erkent Reed. “Ik vind het terecht dat we deze mensen betaalden, gezien het vele werk dat ze voor ons verrichten. Maar de verdediging van Habré gebruikte dit issue en de rechtbank vond het onjuist dat iemand als Guenggueng bij ons onder contract stond. Ze hebben zijn getuigenis en die van andere slachtoffers die we betaalden in dat licht geïnterpreteerd. Het scheelde wel dat dit geen getuigen onder ede waren maar een civiele partij in het proces. Van de echte kroongetuigen stond er niemand bij ons onder contract. Het is een heel lastig dilemma: we hadden deze slachtoffers nodig om het proces tegen Habré te bevechten, maar tijdens het proces achtervolgde dit ons juist.”

Toegang tot geschiedenis

“Wat houd je gemotiveerd, temidden van al deze hindernissen en dilemma’s?”, is de slotvraag. “Well, the trial against Habré is a good news story”, reageert Reed. “We hebben gewonnen, de dictator is veroordeeld. Ik heb diverse goede vrienden gemaakt. De slachtoffers hebben hun lijden omgezet in strijd. Ik voel me bevoorrecht dat ik hier aan kon bijdragen. Ik voel me op zo’n moment een vehikel waarmee deze mensen toegang krijgen tot de geschiedenis. Zo kunnen zij een historische factor zijn.”

Kleine afstand

“Het viel mij vooral op hoe ontzettend lang het geduurd heeft voordat Habré eindelijk werd veroordeeld. Hoeveel mensen erbij betrokken waren”, reageert na de masterclass Paula de Haas, operationeel specialist bij het team internationale misdrijven van de landelijke eenheid bij de politie. “Opvallend vond ik ook de kleine afstand tussen de onderzoekers en de activisten, hun intensieve samenwerking.” Heel anders dan zij en haar collega’s werken, benadrukt De Haas. “Maar misschien was dat wel nodig om na zo’n lange tijd resultaat te boeken.” Boeiend vond ze ook Brody’s uitleg over de tegenstrijdige verklaringen van getuigen. En zijn claim dat er jurisprudentie is waarin deze onvolkomenheden deels worden geaccepteerd. “Als politieagent wil je je bewijs rond krijgen. Ook wij hebben te maken met tegenstrijdige getuigenverklaringen. Hoe bepaal je de betrouwbaarheid van deze verklaringen? Dat soort vragen houdt ons bezig. Brody heeft mij getriggerd hier op een andere manier naar te kijken.”

Heftige keuze

“Als ik Brody hoor praten besef ik weer hoe groot de factor geluk is, hoe zeldzaam het is dat je een dictator achter de tralies krijgt”, aldus Maarten Van der Vlugt, adjunct-officier bij het landelijk parket internationale misdrijven. “Ik herken al het gedoe dat je in dit soort zaken tegenkomt, zoals de feilbaarheid van getuigenissen dertig jaar na dato.” Dat Human Rights Watch getuigen op de loonlijst zet, snapt Van der Vlugt. “Anders was de rechtszaak er nooit van gekomen. Maar je doet wel een concessie aan je bewijswaarde. Dat is een heftige keuze.”

Brody was ook confronterend, vindt Van der Vlugt. “Hij vindt het niet interessant wat wij doen. Hij vindt dat je deze rechtszaken in het land zelf moet houden, niet hier. Dat ben ik met hem eens. Als je een heftige zaak tegenkomt, zegt je eerste instinct ‘Dit is vreselijk, ik wil er wat aan doen’. Dan moet je deze reflex eigenlijk onderdrukken.” Maar soms kan dat niet, weet Van der Vlugt. “Wij brengen binnenkort een Ethiopische zaak voor de Haagse rechtbank – omdat we deze man niet konden uitleveren aan Ethiopië. Dan moet het wel hier gebeuren.”

Nieuwsoverzicht