Magistratelijk brein ontrafeld tijdens derde SSR Docentencafé

Waarom bieden beginnende magistraten vaak waardevolle inzichten? Welke neuropsychologische trucs gebruikte de advocaten van O.J. Simpson? De lezing van hoogleraar cognitieve psychologie Harold Bekkering voor het derde SSR Docentencafé beantwoordde een veelzijdig palet aan vragen. Bekkering nam op 14 maart zijn publiek in de theaterzaal van het Utrechtse stadskasteel Oudaen mee in een academisch sterk en humoristisch verhaal. “Een rechter die zelf een scheiding heeft meegemaakt, kan zich beter inleven in de emoties van partijen in een scheidingszaak.”

Luister naar jonge magistraten

Halverwege zijn pakkende lezing laat Harold Bekkering een grafiek zien van de menselijke leercurve, die zijn geboeide publiek nog verder op het puntje van de stoel doet schuiven. derde SSR Docentencafé, 14 maart 2017De curve toont vrij genadeloos dat de capaciteit voor ontdekking en vernieuwing zich verreweg het sterkst manifesteert tussen ons tiende en dertigste levensjaar, maar ook dat de kwaliteit tot exploreren na ons dertigste heel snel keldert.

Je hoort de verbazing galmen door het sfeervolle theaterzaaltje: ‘Ok, we wisten dit, maar dat het zo erg was?’. “Ja, heftig hè”, lacht Bekkering, “Dat heeft van alles te maken met ons hoge dopaminegehalte op jonge leeftijd. Dopamine is een stof die aanzet tot zoekgedrag.” Hij koppelt dit inzicht aan een toepasselijke situatie in de rechterlijke macht: de rolverdeling tussen de ervaren en de beginnende magistraat: de Rio of Oio en hun opleider, of de beginnende en de gearriveerde rechter in de raadkamer. “Jongeren staan veel meer open voor nieuwe wegen, die wellicht meer risico bevatten”, legt Bekkering uit. “Tegelijk bestaat er binnen de rechterlijke macht een sterke cultuur van fouten willen vermijden. Hierdoor komen rechters en officieren-in-opleiding net als beginnende magistraten minder aan bod dan je zou wensen. Terwijl zij juist tot waardevolle inzichten kunnen komen door hun zoektocht. Mijn aanbeveling is daarom: luister naar de jongere generatie die zoekende is: daar kun je als opleider of senior rechter veel van leren.”

Slim geheugen

Zijn gehoor verrassen met herkenbare en overtuigde voorbeelden, cijfers en beelden. Met waar mogelijk een bijbehorend advies. Dat is vanmiddag de missie van hoogleraar cognitieve psychologie Bekkering. De neuroprof blijkt de ideale gast voor het derde SSR Docentencafé: een vlotte prater, academisch sterk, humoristisch en steeds op tijd de link leggend met de werkvloer van zijn gasten – de docenten van de rechterlijke macht. Het dochtertje van Bekkering dat een ezel koppig blijft aanzien voor een paard, de beruchte misleidingen in het proces tegen O.J. Simpson, de mens als succesvol imiterend wezen: het palet dat Bekkering bestrijkt, is breed.

De zaal wordt uitgenodigd vragen te stellen en doet dat gretig: “Kunnen wij u later beter onthouden omdat u vanmiddag steeds in het middelpunt van de aandacht staat?”, vraagt een rechter. “Net zoals ik in de stad soms herkend wordt door mensen die bij in de rechtszaal zijn geweest. Een gebeurtenis die ze vaak maar eens in hun leven beleven.” Klopt, antwoordt Bekkering. “Maar de hersenen onthouden ook vooral door slimme associaties te maken: “Mijn Oldenzaalse accent bijvoorbeeld, of met de opvallende mitella die ik toevallig vandaag omheb. Hoor je me niet praten, of zie je me zonder mitella, dan is de kans op herkenning kleiner.”

Ruimte voor jonge magistraat

“Leerzaam en leuk”, vindt officier van justitie Renée Vorrink de lezing van Bekkering. Vorrink, die werkt op parket Amsterdam, begeleidt als docent veel Oio’s, Rio’s en assistent-officieren. “Ik leer ze hoe je dingen overbrengt, hoe je je magistratelijk opstelt. Daarom vind ik het heel boeiend om te weten hoe een neuropsycholoog denkt over de beelden en perspectieven die je als professional over jezelf kunt hebben. Het WODC doet daar onderzoek naar, maar er is nog veel onbekend.” Leerzaam vanuit de lezing vindt ze de aanbeveling om de jongere, minder ervaren magistraat meer ruimte en inspraak te geven. “Je hebt als senior inderdaad de neiging van je eigen ervaringen uit te gaan. Het is een uitdaging om vaker een stap terug te doen, zowel als opleider als in de raadkamer. Dat vond ik echt een eyeopener, een nieuw perspectief.”

Manipulaties proces O.J. Simpson

Intussen is Bekkering aanbeland bij het sappige hoofdgerecht van zijn voordracht: het spectaculaire en vooral manipulatieve verloop van de rechtszaak die in 1994 heel de Verenigde Staten in de ban hield – het moordproces rond American Football-ster O.J. Simpson. Met veel smaak en zichtbaar genoegen doet Bekkering zijn publiek uit de doeken welk enorm arsenaal van (neuro)psychologische trucs de verdediging van uit de kast haalde. Met succes, want de verdachte werd vrijgesproken door de jury. “Het begon ermee dat ze het ze heel goed lukte het proces te framen als een rassenzaak. De man die de bebloede handschoen had gevonden werd neergezet als typische racist. De effectieve wij-zij knop in het brein van het publiek werd geactiveerd.” Terwijl Simpson aanvankelijk had bekend, bovendien de handschoen en vele bewijzen hem als moordenaar van zijn vrouw aanwezen, geloofde na het proces tachtig procent van de afro-americans dat hij onschuldig was. “Zij zagen een racist die een zwarte medeburger erin wilde luizen. Onze hersenen waarnemen en beoordelen de wereld vanuit wat we al weten en denken.” Komt bij dat een lekenjury extra vatbaar is voor dit soort mechanismen, stelt Bekkering. “In meer cijfermatige situaties kan een grote groep mensen een wisdom of the crowd hebben. Dan raden ze uitgemiddeld verrassend accuraat hoeveel knikkers er in een pot zitten. Maar bij een kwalitatieve vraag als ‘quilty or not’, werkt die wijsheid vaak niet. Ik ben dus zeker geen fan van een jury-systeem.”

Rechter in Mongolië

Neem de ijzeren mechanismen van ons brein serieus, maant Bekkering de magistraten steeds weer. Eén van die wetten is, dat mensen makkelijker en doorgaans beter oordelen over zaken die ze vanuit hun ervaring al kennen. “Ik durf te beweren dat een rechter die zelf of in zijn nabije omgeving ooit een scheiding heeft meegemaakt, zich in een scheidingszaak vaak de partijen beter kan voorstellen. En daardoor op zitting beter de emoties naar de betrokken partijen kan overbruggen.” Of stel je moet als rechter opeens oordelen in een heel andere land, zeg Mongolië. “Daar ben je nog nooit geweest, je kent de cultuur niet. Hoe weet je dan wie er precies aan de goede kant staat? Ook als rechter denk je vanuit je eigen model.”

Geen-fouten-maken

“Bijzonder interessant”, vindt Roger van den Sigtenhorst de voordracht van Bekkering. Hij neemt de aanbeveling over het durven maken van fouten ter harte. “Ik herken de analyse dat er bij het OM een cultuur van ‘Geen fouten maken’ heerst. OM’ers hebben vaak een perfectionistische mentaliteit. Maar dat kan contraproductief werken. Je moet zoals Bekkering zegt meer ruimte bieden voor het denkmodel van anderen. Dit krijgt de laatste tijd wel meer aandacht bij het OM.” Het bruggen slaan tussen denkmodellen is ook relevant voor het werk dat Van den Sligtenhorst doet als gedetacheerd OM’er bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. “Ik werk nu aan een betere samenwerking in de strafrechtketen. Daar loop je aan tegen vaststaande beelden die ketenpartners hebben van elkaar. Zo vindt het OM het werk van de politie te vaak onder de maat en heeft de politie vaste oordelen over het OM. Wij proberen die patronen te doorbreken en daar komen de inzichten van Bekkering rond het nadenken over elkaars modellen zeker bij van pas.”

Docentcafés 2017

De volgende docentencafés in 2017 vinden plaats op 6 juni, 21 september en 30 november. SSR-docenten ontvangen een uitnodiging per e-mail.

Nieuwsoverzicht