SSR-Zesdaagse: ‘Voelen jullie rechters je onderdeel van de club?’

Rechters uitten de afgelopen jaren de nodige kritiek op eigen bestuurders. Is daarmee elk clubgevoel verloren gegaan? Dat leek er niet op tijdens de SSR-Zesdaagse ‘De concerncode’ vorige week in Haarlem. Een onderzoekje laat zien dat de gerichtheid op de organisatie juist is vergroot. Wellicht heeft het kritisch activisme juist geleid tot meer betrokkenheid en meedenken over oplossingen. “Er wordt minder gemopperd en meer gedaan”, stelt een raadsheer.

Ironisch

‘De concerncode’ , Haarlem“Zijn wij als rechters onderdeel van de Rechtspraak, of vinden we: ‘Die organisatie doet maar wat?’. Is er een tegenstelling tussen dé bestuurder en dé rechter, tussen Rechtspraak met een grote ‘R’ en rechtspraak met een kleine ‘r’?”. Aan het begin van de zesde masterclass van de SSR-Zesdaagse zet gangmaker Willem van Schendel, vicepresident van de Hoge Raad, de discussie meteen op scherp. Serieus, maar regelmatig ook in ironische stijl. “Mijn partner van vanavond Job Cohen kennen elkaar nog van de revolutionaire PvdA-afdeling Oegstgeest”, vertelt Van Schendel glimlachend. Al even tongue in cheek is het tekenfilmpje dat beide gangmakers meteen laten zien. Een hele rij kwetterende blauwe kuikens zit op een stroomdraad en moeder vogel doet tevergeefs allerlei halsbrekende toeren om haar grut in het gareel te krijgen. “Enige associatie met de Rechtspraak wellicht?”, vragen de heren. Een herkennende lach gaat door de goedgevulde Haarlemse zaal.

Kofferdiefstal

Een hele zichtbare uiting van de Rechtspraak die bepaalt of buitenstaanders de organisatie als één geheel zien, is de uniformiteit van uitspraken van verschillende rechters. “Hoe komt het over op de wereld om ons heen als de ene rechter voor een kofferdiefstal op Schiphol drie weken cel geeft, terwijl de ander zes maanden oplegt?”, vraagt Van Schendel. “Dat is een raar signaal”, reageert een rechter. “Terwijl die strenge rechter daar een goed argument voor kan hebben. Die kan redeneren: in deze stad of op dit vliegveld lopen de diefstallen de spuigaten uit. Dat gaan we eens flink aanpakken.” Maar moet je dit soort beleid niet afstemmen, binnen en tussen gerechten, vraagt Cohen. Ja, vinden diverse rechters. “Je kunt best afstemmen en toch je onafhankelijke ruimte als rechter behouden. De oriëntatiepunten zijn daar een mooi voorbeeld van. Daar kun je als rechter gemotiveerd van afwijken. Tegelijk zijn het gedeelde uitgangspunten die maken dat je voor rijden onder invloed in Den Bosch en Groningen vergelijkbaar gestraft wordt.”

Zelf initiatief

Een herkenbare casus waarin de rechtsgelijkheid op de proef wordt gesteld, is de bestraffing van geweldsdelicten tijdens Oud en Nieuw. Het OM eist al jarenlang consequent hogere straffen, met name voor geweld tegen gezagsdragers. Maar de rechtspraak is minder eenduidig: de ene rechter gaat met het OM mee, de andere rechter vindt Oudjaarsgeweld niet bijzonder. De zaal in Haarlem is verdeeld. “Dit moeten we toch landelijk kunnen afstemmen, zeker omdat het elk jaar terugkeert”, zegt de één. “Maar we gaan dan hopelijk geen scherpe bandbreedtes afspreken waarbinnen we moeten straffen”, werpt de ander tegen. Iemand noemt het landelijk overleg vakinhoud strafrecht (LOVS) als het juiste podium om zaken van rechtseenheid te bespreken. “Maar daar moet je zelf ook initiatief in nemen”, vindt Van Schendel. “Het LOVS, dat zijn we met z’n allen.”

Cluppie

Een rechtbank die op eigen houtje de staatsiefoto van koning Willem-Alexander en koningin Maxima weghaalt. Zonder overleg met de Raad voor de rechtspraak of andere gerechten. Met als argument dat koningin Maxima geen staatshoofd is en niet in een rechtszaal thuishoort. Is dat slechts een onschuldig binnenbrandje, of slecht voor het imago van de rechtspraak. Had de rechtbank Den Haag moeten overleggen binnen het concern de Rechtspraak? Het laatste, vinden veel aanwezigen. “De eigengereidheid om zoiets solo te doen irriteert ook intern”, stelt een rechter. “En extern schaadt dit soort muggenzifterij het instituut rechterlijke macht.” Job Cohen, die de Rechtspraak goed kent als voormalig voorzitter van de visitatiecommissie, lacht met kleine pretoogjes: “Het lijkt warempel of jullie je onderdeel voelen van een cluppie.”

Betrokkenheid

En inderdaad, uit een klein onderzoekje dat onder de aanwezigen wordt uitgevoerd volgt hetzelfde: rechters en raadsheren zijn meer gericht op de organisatie en minder individueel georiënteerd. Dat blijkt uit de beantwoording van een aantal stellingen over thema’s die raken aan het clubgevoel van de rechter: het rechterschap, onafhankelijkheid, individualiteit en de Rechtspraak als organisatie. In 2014, toen een vergelijkbaar onderzoekje werd uitgevoerd, stelde de rechters zich individualistischer op. Vandaag worden de vragen over de autonomie van de rechter en de waarde van het bestuur met meer oog voor de organisatie bekeken. Dit kan trouwens ook een kritisch oog zijn, maar men voelt zich wel sterker verbonden met de eigen club. In dit beeld herkent de zaal zich. “Acties zoals het Manifest en Tegenlicht leggen de vinger op de zere plek, maar ze dragen ook bij aan een collectieve betrokkenheid”, zegt een raadsheer. “Er wordt veel meer meegedacht over organisatorische zaken. Vroeger werd er alleen maar gemopperd in de wandelgangen en deed men niks.”

Rustig rooster

In dat opgeleefde activisme herkent een Amsterdamse strafrechter zich duidelijk: “Ik kan voor het eerst sinds tijden rustig op een bijeenkomst als deze zitten. Zonder me zorgen te maken over alle zaken die ik nog moet doen. Met dank aan de professionele standaarden, waar we besloten hebben het rooster rustiger maken, met meer ruimte voor kwaliteit.” Andere rechters knikken instemmend: als het manifest er niet was geweest, hadden we nu geen professionele standaarden gehad. Die zijn niet perfect, wel een duidelijke stap in de goede richting. Ook binnen gerechten is er meer binding dan vroeger, vertelt een rechter. “Vroeger runde je de tent met een club van tien à vijftien rechters. Nu horen de administratie en de juridisch medewerkers er veel meer bij.”

Zaadje

Meer clubgevoel betekent niet altijd een goede service naar buiten, constateert een rechter. “Ik vind het omgevingsbewustzijn van veel gerechten niet groot. Men is vaak gericht op het eigen beleid en de eigen stek.” Een andere rechter geeft het voorbeeld van de nieuwe combizitting in het jeugdrecht. “Advocaten werken zich in op beide terreinen, om het kind beter centraal te stellen. Vervolgens wordt er door mijn gerecht geen enkele combizitting ingepland. Dan heb ik het schaamrood op mijn kaken.” Dat er nog de nodige dingen beter kunnen, herkent iedereen. Tegelijk steekt ook hier het clubgevoel de kop op. “Bij kritiek van buiten verdedig ik de organisatie”, aldus een raadsheer. “Daar voel ik me wel degelijk lid van.” Cohen glimlacht: “Het lijkt erop of hier een zaadje geplant is vanavond. Spread the word.”

Donderdag 18 februari wordt de Zesdaagse afgesloten met een zevende creatieve sessie met de titel R/rechtspraak als kunstwerk. Locatie Jaarbeurs in Utrecht. Aanvang 14.00 uur. Toegang gratis. Last minute aanmelding via events@ssr.nl.

Nieuwsoverzicht