‘Rechters moeten meer weten over de effectiviteit van straffen’

Verkleint het opleggen van een tijdelijk huisverbod door de rechter de kans op herhaling? Welke vorm van uithuisplaatsing werkt het best voor gedragsverandering? Deze herkenbare vragen over de effectiviteit en uitvoering van straffen kwamen op 2 februari voorbij tijdens de SSR-Zesdaagse in Leeuwarden. Het blijkt dat strafrechters nog veel kunnen leren over het effect van de straffen die ze opleggen. Maar hoe ver mag de invloed van kennis op het oordeel van de rechter gaan? Is het bijvoorbeeld gewenst dat intelligente software rechters een advies geeft voor een passende straf? Voer voor een goede discussie – en een heuse kennisquiz

Cockpit

De rechters in het zaaltje reageren wat onwennig op het openingsfilmpje over de rijke technische hulpmiddelen in de cockpit van een vliegtuig. Zesdaagse 2016, effectiviteit en uitvoering van straffenInformatie over de motorkracht, het weer, de koers – de piloten kunnen het allemaal aflezen uit de veelzijdige software die tot hun beschikking staat. In het filmpje ontwijken ze met behulp van de apparatuur een storm die hen het zicht beneemt. “De les is dat piloten in hun werk maximaal gebruik maken van de beschikbare kennisbronnen”, vertelt Michiel van der Veen, één van de twee ‘gangmakers’ van deze SSR-masterclass ‘Verder kijken dan…’ “Maar in een cockpit gaat het vooral om technische informatie”, reageert een rechter. “Ik krijg daar geen menselijk gevoel bij. Ons werk is subjectiever.” Van der Veen – rechter en eigenaar van het bedrijf Electronic Monitoring– knikt instemmend: ”Natuurlijk kun je een cockpit niet 1 op 1 vergelijken met een raadkamer of een rechtszaak. Maar het is wel interessant na te denken over hoe je kennis beter kunt inzetten bij een rechterlijke beslissing.”

Quizvragen

Zesdaagse 2016, effectiviteit en uitvoering van straffen2Dat die kennis niet compleet is, blijkt uit de quizvragen die even later worden uitgedeeld door Miranda Boone, bijzonder hoogleraar Penologie en penitentiair recht in Groningen. De vragen gaan over het effect van uithuisplaatsingen, contactverboden en de ISD-maatregel voor veelplegers. Allemaal sancties die een doorsnee strafrechter regelmatig oplegt. Leidt toepassing van de ISD-maatregel (een combinatie van opsluiting, therapie en resocialisatie) tot minder recidive of niet? Dat klopt, zoals veel aanwezige rechters en officieren van justitie vermoeden. Maar bij de vraag of een tijdelijk huisverbod leidt tot minder kans op herhaling, heeft de helft het mis: op termijn is de recidive van de dader hierdoor niet lager of hoger. Enige gefronste wenkbrauwen in de zaal: “Dat wist ik niet.”

Beperkt zicht

Uit onderzoek van Boone en andere wetenschappers is bekend dat strafrechters zich beperkt bezig houden met wat het effect is van hun straffen en maatregelen. Zo hebben zij niet altijd zicht op de uiteenlopende effecten van verschillende soorten opsluiting: zoals detentie in een gesloten regime of halfopen regime. Zesdaagse 2016, effectiviteit en uitvoering van straffenOok is er een beperkte kennis hoe diverse varianten van een werkstraf uitpakken voor de recidive. “Deels komt dit doordat rechters vinden dat vooral andere instanties hiervoor verantwoordelijk zijn, zoals de reclassering en het Openbaar Ministerie”, stelt Boone. “Zodra een straf in hun ogen raakt aan rechterlijke principes als proportionaliteit, komen strafrechters vaker in actie.” Bijvoorbeeld bij het opleggen van de extra intensieve ISD-maatregel. Daar zien rechters het belang van de afweging of deze pittige maatregel wel in verhouding staat tot het delict. En voelen zich daar verantwoordelijk voor.

Toch is het volgens Boone goed als strafrechters zich meer verdiepen in de aard en effecten van de verschillende straffen. “De wetenschap weet van alles nog niet, maar een aantal dingen wel. En die zijn de moeite waard.” Zo leert onderzoek dat sancties buiten de gevangenis gemiddeld tot minder recidive leiden en dat het loont om straffen beter aan te laten sluiten bij de persoonlijke doelen van de dader. “Soms gaat het maar om een paar procent verschil, maar dat kan landelijk uiteindelijk wel duizend slachtoffers schelen”, aldus Boone. Een rechter uit het publiek gelooft niet dat het opleggen van verplichte resocialisatie veel uitmaakt. “Ik wil diegene vooral een paar jaar van de straat af hebben.”, zegt ze. Boone legt uit dat bewezen is dat daders na een programma van resocialisatie minder vaak opnieuw de fout in gaan. “Ik heb dat idee ook”, zegt een andere rechter. “Je moet als maatschappij later weer verder met de dader. Liefst zo effectief mogelijk.”

Elektronisch strafadvies

Wat nu als rechters die effectieve kennis elektronisch voorgeschoteld kunnen krijgen, op een digitaal presenteerblaadje? Michiel van der Veen vraagt de zaal om creatief mee te brainstormen, te denken in kansen in plaats van hindernissen. Hij laat een prototype zien van ondersteunende software die een rechter in 2030 ‘of ergens anders in de toekomst’ zou kunnen gebruiken. Het gaat om een zaak tegen een man die verdacht wordt van stalking. Het computerprogramma heeft, na het invullen van enkele basisfeiten, op internet systematisch alle relevante literatuur, elementen en strafopties bij elkaar gezocht. Die resultaten worden overzichtelijk gepresenteerd, inclusief een advies voor een passende straf: in dit geval een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2-4 maanden, inclusief een locatieverbod. “Waar haal je al die kennis vandaan?”, vraagt een rechter argwanend. “Uit al die digitale bronnen die voor rechters steeds moeilijker te behappen zijn”, stelt Van der Veen.

Afweging rechter

“Ok, dat is handig”, reageert een tweede rechter. “Maar er zal iemand Zesdaagse 2016, effectiviteit en uitvoering van straffen3de afweging moeten maken van de unieke omstandigheden in deze zaak.” Daar is Van der Veen het roerend mee eens. “Net als de piloot in de cockpit vol apparatuur, moeten rechters zelf blijven handelen. Juist als ze afwijken van het voorgeschreven protocol, is dat een teken van professionaliteit.” Het zaaltje is gematigd positief, behalve over het geautomatiseerde strafadvies. “Ik vind het niet doorzichtig hoe dat tot stand komt”, stelt een rechter. “Hoe meer kennis er aan te pas komt, hoe belangrijker de empathie van de rechter wordt”, vult een ander aan. “De ene misdaad is moreel wreder dan de andere, dat kan een computer niet berekenen.” Begrijpelijke twijfels, erkent Van der Veen. “Dat moet je proberen te ondervangen. Maar het is geen reden om deze innovatie niet te verkennen. De rechtspraak moet vooruitdenken, als je ziet hoe groot de behoefte aan kennis is.”

Gefundeerd

Gerard Tangenberg, bestuurslid van rechtbank Noord-Nederland, onderschrijft dit: “Als we alle elektronische kennisbronnen bij elkaar vegen, werken we gefundeerder dan nu. Op dit moment hebben rechters nog te veel de houding van: zaken zijn individueel, daar gaat de wetenschap niet over” Het is aan de organisatie van de rechtspraak om die verandering mogelijk te maken, brengt iemand in. Door rechters en officieren beter te informeren en op te leiden in de manier waarop ze kennis inzetten. De Rechtspraak met de grote ‘R’ die de rechtspraak met de kleine ‘r’ een duwtje de toekomst ingeeft. Van der Veen en Boone beamen dat: “Alle professionals willen met het beste gereedschap hun werk doen – rechters ook.”

Laatste etappe

De Zesdaagse heeft nog één etappe te gaan. Daarnaast vindt er een afsluitende bijeenkomst in Utrecht plaats. De volgende onderwerpen staan daarbij op de agenda:

  • De Concerncode – Haarlem, 11 februari
    Voel ik me als rechter wel onderdeel van de Rechtspraak met hoofdletter ‘R’?
    Door Job Cohen (jurist, hoogleraar, politicus) & Willem van Schendel (vicepresident Hoge Raad)
  • R/rechtspraak als kunstwerk – Utrecht, 18 februari Is de wet een rationeel instrument, of eerder een kunstwerk dat je koestert?
    Door Sanne Taekema (hoogleraar rechtstheorie) & Edgar Du Perron (hoogleraar privaatrecht)

Aanmelden voor één (of beide) bijeenkomsten kan door een e-mail te sturen naar events@ssr.nl. Aan deelname zijn geen kosten verbonden.

Masterclasses

De SSR Zesdaagse; een serie masterclasses waar Rechtspraak en wetenschap elkaar ontmoeten. Zes dagen, zes locaties en zes onderwerpen die de Rechtspraak aangaan. Twee ‘inleiders’ introduceren de onderwerpen waarna er volop ruimte is voor discussie. Om tegemoet te komen aan zo min mogelijk reistijd is er gekozen voor een geografische spreiding. Om de dagelijkse werkzaamheden zo min mogelijk te belasten is de vorm een (na)middag programma, waar het leerzame wordt gecombineerd met het ‘aangename’ en PE-punten. Iedere ronde van de zesdaagse start om 15:30 en eindigt rond 19:00 uur. Aan een lichte maaltijd is gedacht.

Nieuwsoverzicht