Noodzakelijke duidelijkheid door gezagsbeëindigende maatregelen

“Als mijn gezag wordt afgenomen dan maak ik er een eind aan!”

Wat doe je als rechter bij zo’n emotioneel appèl van een ouder. Kan dit meespelen in de beoordeling? Wat vraagt het belang van het kind?

Hierover spraken rechters met praktijkdeskundigen tijdens een door SSR georganiseerde professionele ontmoeting over de gezagsbeëindigende maatregelen op 21 september jongstleden. Vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming, het Leger des Heils en pleegzorgbegeleiding De Rading belichtten daarbij vanuit verschillend perspectief de elementen die wel of niet een rol spelen hierbij.

gezagsbeëindigende maatregelen

Prof. Femmie Juffer bracht naar voren dat wereldwijde onderzoeken telkens bevestigen hoe belangrijk hechting is. Kinderen hechten zich al na 2-3 maanden aan pleegouders. Dit betekent echter niet dat hun ouders dan ineens uit beeld moeten. Het mooiste is als pleegouders en ouders elkaar een plek geven en gunnen in het leven van een kind. Als het echt niet meer gaat thuis, is een pleeggezinplaatsing het beste alternatief. Echter niet van de ene naar de andere plek, want dat vergroot de kans op psychopathologie.

Duidelijkheid is echt van belang: een kind moet weten of het wel of niet teruggaat naar zijn ouders. Wat is een redelijke termijn? Een maand of zes is te overzien, maar dan zou voor zowel jonge als oudere kinderen duidelijk moeten zijn waar zij verder mogen opgroeien. De Rading heeft hiervoor een methode ontwikkeld, waarmee zij met ouders en pleegouders in een intensief traject helder krijgen waar het opvoedperspectief zal liggen. Als na zo’n periode een terugplaatsing niet meer tot de mogelijkheden behoort, is een neveneffect van deze methode dat ouders dit beter kunnen accepteren. Maar een rouwperiode daarna hoort erbij. Die emoties moet je niet wegduwen.

Hoewel er meer gezagsbeëindigende maatregelen worden verzocht aan de rechter, is het niet zo dat de Raad voor de Kinderbescherming dit automatisch aankaart na twee jaar uithuisplaatsing. Er blijven situaties waarin het belang van het kind om uitstel van zo’n beoordeling vraagt. Eerder ingrijpen kan echter ook voor komen. Denk aan een nog ongeboren kind van een al jarenlang verslaafde moeder waarvan al verschillende kinderen in pleeggezinnen worden opgevoed. En als nu gewerkt wordt aan acceptatie van een uithuisplaatsing door ouders, zodat er geen maatregel nodig is? De praktijk leert, dat dan toch een risico bestaat dat een ouder het kind wil terughalen en dat een spoedmaatregel nodig is.

De boodschap aan de rechters was tamelijk eenduidig: geef duidelijkheid en wees in het voortraject maar actief en sturend. Houd de vinger aan de pols door kortere uithuisplaatsingen en krijg boven tafel waaraan ouders moeten werken en welke eisen gesteld worden aan een mogelijke terugplaatsing.

Nieuwsoverzicht