Leren van collega’s

Leraren werken graag aan verdere ontwikkeling van hun vakmanschap, maar missen daarbij vaak ondersteuning vanuit de school. Dat blijkt uit het rapport Staat van de Leraar dat deze week aan de minister van onderwijs werd aangeboden. Uit het rapport blijkt dat het merendeel van de leraren (62,3 procent) dit vooral doet in zijn eigen tijd. De leraren geven aan het frustrerend te vinden dat zij de opgedane kennis vaak niet kunnen gebruiken op school, omdat er geen duidelijke samenhang is met het organisatiebeleid en de ondernomen activiteiten niet bijdragen aan nieuwe loopbaanmogelijkheden binnen de eigen organisatie.

Het rapport lezend, zag ik wel enige parallel met onze wereld van de rechtspraak. Dat iedereen het belang van permanente educatie onderschrijft is een gegeven, maar dat er daadwerkelijk goed en effectief geprofessionaliseerd wordt, is nog iets anders. Professionalisering is niet alleen noodzakelijk voor het onderhoud of de verbetering van vakbekwaamheid, maar ook voor het innovatievermogen van rechters en officieren van justitie. Ook zij willen zich graag vakinhoudelijk verdiepen, aan hun vaardigheden werken en investeren in hun persoonlijke ontwikkeling. De leeractiviteiten doen ze echter nog te veel op individuele basis.

Deze ontwikkeling levert, evenals bij bovengenoemde leraren, mijns inziens nog te weinig op in onze  organisatie. Men heeft er zeker iets aan voor het eigen functioneren, maar het biedt nog te weinig perspectief in termen van loopbaanmogelijkheden en organisatieontwikkeling. Ook krijgen de opgedane kennis en vaardigheden nog niet altijd een wezenlijke plek binnen de organisatie. Het individuele karakter van het leren wordt nog eens extra benadrukt door een geringe deelname aan professionele kennisnetwerken.

Om het verbeter- en innovatievermogen te ondersteunen zou het daarom raadzaam zijn om te investeren in een cultuur en een structuur die professionalisering verder bevorderen. Bestuurders kunnen dit doen door goede condities te bepalen. Leidinggevenden kunnen zich gerichter inspannen om tijd en ruimte te geven. Bovendien kunnen zij professionalisering koppelen aan het verkrijgen van andere verantwoordelijkheden binnen de organisatie. En magistraten kunnen ook zélf een belangrijke bijdrage leveren door zich te organiseren in communities of practice.

Het is raadzaam dat leidinggevenden professionalisering (en de uitkomsten daarvan) onderdeel maken van de dagelijkse gang van zaken. Niet alleen om de effectiviteit ervan te vergroten, maar ook om energie onder magistraten te genereren. Dit houdt in dat zij die een leeractiviteit hebben gevolgd voldoende tijd en ruimte krijgen om daar  iets mee te  doen in hun werkomgeving.

Magistraten kunnen dit bijvoorbeeld doen door het geven van een lezing over het onderwerp voor collega’s of door lid te worden van een kwaliteitsnetwerk binnen de Rechtspraak. Daarbij zijn wel twee voorwaarden noodzakelijk: de visie van de Rechtspraak en de persoonlijke doelen moeten op elkaar zijn afgestemd, en de magistraat moet verantwoordelijk worden gemaakt voor de kennisdeling en de vertaling van deze kennis naar de praktijk.

Goede rechtspraak valt of staat met de kwaliteit van magistraten. Veel magistraten zien dat zelf ook in. Leidinggevenden hebben ten aanzien van hen een stimulerende taak. Hopelijk brengt de opleidingsvisitatiecommissie ook als advies uit dat leidinggevenden professionalisering gaan koppelen aan tijd, ruimte en verantwoordelijkheid. Dan zou er nog meer veranderen.

 

Nieuwsoverzicht