Hoe formuleer je een vonnis zo dat het zonder problemen bij de juiste instantie terecht komt en wordt uitgevoerd? Hoe zorg je ervoor dat de kans op aanhouding van een zaak zo klein mogelijk wordt? Bijvoorbeeld door tijdig na te gaan of ouders die gezag hebben over de minderjarige opgeroepen zijn om op de zitting te verschijnen. Dit soort praktijkgerichte vragen en antwoorden staan centraal in de vernieuwde SSR-cursus ‘Jeugdstrafrecht juridisch medewerker’. “Je leert niet alleen wát je doet rond een jeugdstrafzitting als juridisch medewerker, maar ook waarom”, vertelt docent Daniëlle Verbree.
Juridisch medewerkers spelen een belangrijke rol rondom zittingen in het jeugdstrafrecht. Ze doen veel voorbereidend werk, notuleren tijdens de zitting en schrijven vaak ook het conceptvonnis over de zaak. “Daarom is het belangrijk dat een cursus voor deze groep rekening houdt met de diverse praktijkrollen”, legt SSR-lector Gea Brands uit. Ze benaderde Daniëlle Verbree, stafjurist jeugdrecht bij het landelijk stafbureau en de rechtbank Den Haag, voor de vernieuwing van het lesmateriaal en vroeg haar vervolgens om docent te worden. “Daniëlle is van verschillende markten thuis”, legt Brands uit. “Ze kent de werkvloer, ze is via het stafbureau op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en schreef het ‘Handboek Jeugdstrafzitting’.
Als docent heeft Verbree de cursus bewust veelzijdig en praktisch ingericht. “Cursisten leren hoe ze een zitting kunnen voorbereiden, wat er tijdens de zitting van hen verwacht wordt, maar ook hoe ze een vonnis het beste kunnen formuleren.” Die precieze formulering is belangrijk, omdat een kleine onnauwkeurigheid grote gevolgen kan hebben voor de uitvoering van de straf. “Zo moet je in het vonnis duidelijk aangeven bij welke instelling voor jeugdreclassering iemand zich regelmatig moet melden. Als je dat verzuimt, komt de uitvoering van het vonnis in gevaar”, stelt Verbree. Om de cursisten voeling te geven met de betrokken instanties heeft ze gastsprekers uitgenodigd van onder meer de Raad voor de Kinderbescherming en de politie.
Behalve met SSR en het landelijk stafbureau is de vernieuwde cursus ook verbonden met het digitale informatiesysteem Wiki Juridica. In deze intranet-encyclopedie zijn veel begrippen te vinden die relevant zijn voor het jeugdstrafrecht. Verbree heeft hier vanuit haar functie bij de rechtbank Den Haag veel informatie (waaronder het “Handboek Jeugdstrafzitting) op geplaatst. “Het gaat om heel waardevolle informatie, die nog niet voor iedereen te vinden is. Door er in cursussen consequent naar te linken, vergroten we het bereik. Op deze manier krijgen de juiste professionals toegang tot een rijk en actueel palet aan kennis”, stelt lector Brands.
Die kennisinjectie is in een complex en specialistisch vakgebied als het jeugdstrafrecht van duidelijke meerwaarde. Neem de invloed die de inhoud van een vonnis kan hebben op het later verkrijgen van de bekende Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Dat is van groot belang voor degene over wie het vonnis gaat: geen VOG betekent bijvoorbeeld dat je duidelijk minder kans maakt op een baan. “Het is wenselijk dat juridisch medewerkers (en rechters) die het vonnis formuleren, zich bewust zijn van dit mogelijke effect en er rekening mee kunnen houden”, zegt Verbree. “Dan moet je er ook voldoende kennis over hebben. Nu brengt soms een advocaat het onderwerp in en hebben wij niet alle kennis.” In het aanboren van die inzichten zit de drive van Verbree: “Bij het combineren en koppelen van al die kennis, daar ligt mijn hart.”
In 2016 staan vooralsnog twee uitvoeringen van de cursus ‘Jeugdstrafrecht voor juridisch medewerkers’ gepland. Meer informatie leest u op de SSR-website.