Samen samenwerken

Deze zomer was ik in Stratford-upon-Avon, in het geboortehuis van Shakespeare. Terwijl ik door de souvenirshop naar buiten werd geleid, viel mijn oog op een boek met daarop de tekst: ‘If you want to be incrementally better, be competitive. If you want to be exponentially better, be cooperative’. Ik dacht aan de Rechtspraak en filosofeerde in de kleurrijke tuin over onze onderlinge samenwerking. Het liefst had ik voor mijzelf geconcludeerd dat in de rechterlijke organisatie samenwerken een vanzelfsprekendheid is, maar er was – zo moet ik erkennen – wel wat twijfel.

Op dat moment dacht ik terug aan een gesprek dat ik kort daarvoor met een van mijn teamleiders voerde. Een docent uit de rechterlijke macht had hem medegedeeld alleen nog te willen lesgeven bij SSR wanneer zijn honorarium zou worden verdubbeld. Toen de teamleider hem aangaf hier niet in mee te kunnen gaan, had de docent te verstaan gegeven dat hij dan wel rechtstreeks met de gerechten zou samenwerken, waar men niet zo moeilijk deed.

Kort daarvoor had een lector enigszins beduusd aan mijn bureau gestaan. Hij wilde tot een goed aansluitend cursusaanbod komen en had daarom een leidinggevende gebeld met de vraag om een afspraak. Daarop had deze aangegeven dat SSR vooral zelf maar moest bedenken wat de opleidingsbehoefte was en dat zij het komende jaar echt geen tijd had voor zo’n afspraak.

Een zekere vorm van samenwerken vernam ik van een cursusmanager. Een gerecht had haar om namen verzocht van docenten voor de door het gerecht te organiseren teamdagen. Toen zij had gevraagd naar de leervraag en de leerdoelen, werd aangegeven dat men alleen een paar namen wilde hebben en de inhoud en aanpak van de dagen zelf zou bedenken.

Ik ben blij wanneer de gerechten en parketten SSR weten te vinden, daar start samenwerking. Maar is dit wel altijd samenwerking? Meestal lijkt het meer op samen werken. Een wereld van verschil. Samenwerken veronderstelt dat mensen gebruik maken van elkaars krachten en daar waar nodig elkaar versterken. Ik zou hopen dat een eigen opleidingsinstituut voor de rechterlijke organisatie gerechten en parketten bij opleiding en ontwikkeling van medewerkers zou kunnen ‘ontzorgen’. De werkdruk in de rechterlijke organisatie is immers al hoog genoeg.

Gelukkig heb ik in het afgelopen jaar in projecten het verschil tussen samen werken en samenwerken mogen ervaren. Wat maakt dat verschil? We starten een traject gezamenlijk, SSR en mensen uit gerechten en/of parketten. Alle partijen voelen zich eigenaar van zo’n traject. Er is regelmatig overleg over de inhoud, de partijen denken met elkaar mee en halen zo het beste uit beide organisaties. Er ontstaat een synergie die niet in woorden is te beschrijven maar gevoeld wordt door alle betrokkenen. Een leertraject is immers meer dan een aantal trainingen. Als opleidingsinstituut kunnen wij natuurlijk de gevraagde kennis leveren, vaardigheden aanleren, didactiek inbrengen maar het wordt pas een volledig traject als de dagelijkse praktijk van gerechten of parketten hierin geïntegreerd wordt.

Co-creatie is het sleutelwoord. Het vraagt niet alleen iets van de opdrachtgever (heldere doelen, eigen inbreng), maar het vraagt ook iets van de opdrachtnemer (geen standaard pakket, veel afstemmen). Het levert echter heel veel op. Een hoger niveau van opleiden, zeer gemotiveerde en goed opgeleide medewerkers en uiterst tevreden gerechten en parketten.

Op verschillende manieren proberen we aan de gezamenlijkheid vorm te geven. Jaarlijks worden op alle rechtsgebieden programmaconferenties georganiseerd waarvoor inhoudsdeskundigen uit het hele land worden uitgenodigd om na te denken over het aanbod bij SSR. Ook trekken lectoren langs gerechten en parketten om daar te horen welke opleidingsbehoefte bestaat. Een en ander mondt uit in een ontwikkelagenda, waarop staat welke activiteiten SSR gaat ontwikkelen en waarmee sinds kort voor de Rechtspraak wordt ingestemd door de LOV’s, de Raad van Opdrachtgevers en de Raad van Eigenaren. Wie denkt met deze uitgebreide, zorgvuldige, misschien zelfs wat bureaucratische procedure het hele veld te hebben betrokken, wordt soms toch nog verrast. Verrast door opleidingsinitiatieven die her en der worden ontplooid en die dan precies blijken samen te vallen – inhoudelijk en tijdelijk en ook financieel – met de activiteiten die SSR aan het ontwikkelen is. Concurrerende activiteiten binnen dezelfde organisaties, die maken dat we vervolgens weer evenementen moeten afgelasten. We zijn samen aan het werk, maar werken niet samen. Dat dubbelwerk lijkt me zonde van de tijd, geld en energie; alle bovendien schaars in deze tijden van krapte.

Als we binnen de rechterlijke organisatie met elkaar concurreren, dan zal er telkens een van ons een beetje beter zijn dan de ander en kunnen we onszelf om beurten op de borst kloppen. Maar als we met elkaar concurreren, zullen we in ieder geval als geheel nooit exponentieel beter worden. Daarvoor moeten we, zoals Shakespeare al zou hebben gezegd, samenwerken. Niet te verwarren met het tijd, geld en energie vretende samen werken.

Nieuwsoverzicht