Professionele ontmoeting over ‘Personenschade’

In oktober organiseerden het Kenniscentrum Milieu en Gezondheid, de Expertgroep Letselschade en SSR de themadag ‘Personenschade’. Een professionele ontmoeting met vertegenwoordigers uit de Rechtspraak, de advocatuur en de medische wereld.

De dag vond plaats in het karakteristieke Polman’s huis in Utrecht waar dagvoorzitter Renate Dozy, senior raadsheer hof Arnhem-Leeuwarden en voorzitter van de Expertgroep Letselschade, de bijna zeventig deelnemers welkom heette. De dag kende een tweedeling waarbij de ochtend gereserveerd was voor discussie met collega’s uit de Rechtspraak. Tijdens de middag nam een aantal letselschadeadvocaten/-artsen deel aan de discussies om de onderwerpen vanuit hun expertise te belichten. Daarbij waren vertegenwoordigers van de vereniging Letselschade Advocaten (LSA), de vereniging Advocaten Slachtoffers Personenschade (ASP) en de werkgroep Arts en Advocaat (WAA) uitgenodigd. Aan de hand van een casus of stelling en onder leiding van twee gespreksleiders uit de Rechtspraak vonden levendige discussies plaats in vijf werkgroepen. Een korte samenvatting per groep:

Smartengeld

De hoogte van het smartengeld gaat steeds verder omhoog. Heeft de rechtelijke macht een rol in deze ontwikkeling? Daarover zijn de meningen verdeeld. Wel vindt men dat de beslissing omtrent de hoogte van het smartengeld meer ‘body’ moet krijgen. Advocaten en rechters moeten meer aandacht schenken aan de subjectieve factoren als wonen en werken, zoals deze door de Expertmeeting Smartengeld zijn voorgesteld. Hoewel bandbreedtes voor de vaststelling van het smartengeld handig kunnen zijn, willen rechters op basis van de redelijkheid en billijkheid hiervan kunnen afwijken. De aanwezige advocaten onderstrepen het belang van de motivering bij de vaststelling van het smartengeld, omdat dit voor cliënten een belangrijke schadepost is. Volgens de aanwezige advocaten van verzekeraars is het wel de vraag of er consensus bestaat over de opinie dat het smartengeld omhoog moet.

Schadeberekening

Het gebruik van statistische gegevens bij het vaststellen van het verlies aan arbeidsvermogen en de problemen die daarbij rijzen, vormden de belangrijkste onderwerpen. Aan de hand van o.a. de casus van een tienjarig meisje voor wie de schade moest worden vastgesteld, concludeerden de deelnemers dat statische gegevens niet ambtshalve als feiten van algemene bekendheid kunnen worden gebruikt en dat altijd hoor en wederhoor moet worden toegepast.

De deskundige

De benoeming, de kosten, de waardering en de afhankelijkheid van ‘de deskundige’ werden besproken. Uit de discussies kwam naar voren dat rechters vinden dat zij zich geen deskundigheid moeten aanmeten die ze niet bezitten, maar dat het wel op de weg van de rechter ligt om juridische knopen door te hakken. Besloten is om het Kenniscentrum een onderzoek te laten doen naar de kosten van de deskundige in bepaalde zaken om daaruit bandbreedtes voor deze kosten te kunnen destilleren. Vanuit de Werkgroep Arts en Advocaat werd de suggestie gedaan om bij de benoeming van de deskundige eventueel de beroepsvereniging van die deskundige te raadplegen.

Klachten en beperkingen

Men is veelal van mening dat bij whiplash ingeval van betwisting van de gestelde klachten voor de vaststelling van de realiteit/plausibiliteit van de klachten benoeming van een neuroloog aangewezen is. Bij cognitieve stoornissen kan benoeming van een neuropsycholoog een belangrijke bijdrage leveren bij het vaststellen van de plausibiliteit. Voor de vaststelling van de beperkingen ligt benoeming van een verzekeringsarts het meest voor de hand. Ook kwam naar voren dat het waardevol kan zijn om een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige tegelijkertijd te benoemen. In de discussies over de plausibiliteit van de klachten is ook stil gestaan bij de Gedragscode Persoonlijk onderzoek (*). Over het algemeen vonden de deelnemers het niet in strijd met de Gedragscode als een verzekeraar naar aanleiding van gegevens die op internet algemeen beschikbaar en die niet of moeilijk zijn te rijmen met door de verzekerde gestelde klachten en verstrekte informatie een persoonlijk onderzoek instelt.

Deelgeschilprocedure

Naar voren kwam dat alle gerechten veel waarde hechten aan de bindende rol van de rechter in het geschil. Er wordt veel tijd besteed aan de behandeling ter zitting om een oplossing van het geschil te bereiken. De aanwezige advocaten gaven daarbij wel aan dat partijen soms echt alleen een beslissing willen over het voorgelegde deelgeschil om daarna weer verder te kunnen onderhandelen. Voorts bleek dat meer standaardisering van de kosten wenselijk zou zijn voor alle betrokkenen, maar dan wel voorzien van bandbreedtes met de mogelijkheid om hiervan gemotiveerd af te wijken. Zowel de Expertgroep Letselschade als de ASP bekijken de mogelijkheden hiertoe.

Voor herhaling vatbaar

Het Kenniscentrum kijkt met de Expertgroep Letselschade en SSR terug op een geslaagde themadag. De onderwerpen zijn – ook met de aanwezige advocaten en artsen – in alle openheid besproken waarbij kennis en ervaring gedeeld kon worden. De discussie tussen rechters en advocaten is soms ingewikkeld en wellicht ook gevoelig, maar zoals de dagvoorzitter het verwoordde: ”Iedereen heeft het professionele niveau om ook na deze dag in alle vrijheid zijn of haar rol in het letselschadeproces te vervullen.” Dat maakt dat deze waardevolle professionele ontmoetingen tussen rechters en ketenpartners over letselschade voor herhaling vatbaar is.

(*) De Gedragscode is geformuleerd door het Verbond van Verzekeraars en is bestemd voor haar leden bij het uitvoeren van persoonlijke onderzoeken. Tevens is deze Gedragscode van toepassing op particuliere onderzoeksbureaus die deze onderzoeken in opdracht van een verzekeraar uitvoeren. Zorgverzekeraars Nederland heeft verklaard dat ook haar leden deze Gedragscode zullen naleven voor zover dit niet strijdig is met de onderzoeksbevoegdheden en -vereisten op grond van de Zorgverzekeringswet.

Nieuwsoverzicht