“Organiseren tegenspraak in raadkamer is cruciaal”

Eerst oordeelsvorming door ieder apart, daarna discussie en besluitvorming met z’n drieën. Geef elkaar de ruimte om een mening in te brengen. Laat één raadsheer advocaat van de duivel spelen. Dat zorgt ervoor dat het oordelen met drie raadsheren over een zaak zuiver en effectief gebeurt. Het zijn aanbevelingen uit de professionele standaard civiel voor de gerechtshoven. Deze standaard werd vrijdag 2 oktober in Amsterdam bevlogen besproken door civiele raadsheren uit het hele land.

“Mensen beslissen niet zo rationeel als ze denken, ook rechters niet.” UvA-psychologe Femke ten Velden, gespecialiseerd in groepsbesluitvorming, gooit meteen de knuppel in het hoenderhok op de landelijke bijeenkomst ‘Meervoudig beslissen’ op 2 oktober in Amsterdam. “Als raadsheer oordeelt u dagelijks samen met twee collega’s over rechtszaken in hoger beroep. Maar wat weet u eigenlijk van de wetenschappelijke inzichten over het beslissen in groepen?”.

Anker

Ten Velden neemt meteen de proef op de som met de zaal vol civiele raadsheren die uit het hele land  naar Amsterdam zijn gereisd. “Is de rivier de Amazone langer of korter dan 12.000 kilometer?”, vraagt ze aan het publiek. Bijna iedereen denkt korter. “Is de Nijl langer of korter dan 2000 kilometer?”, vervolgt ze. Bijna iedereen kiest voor langer. “En welke rivier is langer: de Nijl of de Amazone?” Een duidelijke meerderheid kiest voor de Amazone. “Fout”, lacht Ten Velden triomfantelijk. “Jullie hebben je laten beïnvloeden door het hogere begingetal dat ik koos voor de Amazone. Dat getal is het uitgangspunt voor je gedachten, het anker. Dat beïnvloedt je latere inschatting sterk. Consequent zitten schattingen nadat er een anker is genoemd relatief te dicht bij deze ankerwaarde. Je laat je leiden door het anker.” Dit mechanisme geldt in het strafrecht als de Officier van Justitie met zijn strafeis de eerste toon zet voor de straf die de rechter gaat opleggen. In het civiele recht maakt het uit of de vordering tot bijvoorbeeld schadevergoeding hoog of laag is. “De kans is groter dat het door de rechtbank of hof toegekende bedrag dan ook hoog of laag is.”

Meerwaarde

Is dit probleem opgelost wanneer in plaats van één rechter drie rechters of raadsheren oordelen over een zaak? Dit meervoudig beslissen heeft absoluut een meerwaarde, beaamt Ten Velden. “De logica dat drie meer weten dan één gaat op, zeker als de combinatie divers is samengesteld. Als het probleem dat voorligt complex is, blijkt het vruchtbaar om inzichten te combineren. Verder is de kans op het ontdekken en corrigeren van denkfouten groter.” Maar om deze voordelen ook echt te laten werken, moet wel worden voldaan aan een aantal randvoorwaarden, drukt ze de zaal op het hart. “Gelukkig staan deze voorwaarden prachtig verwoord in de professionele standaarden waar het vandaag om draait.”

Blinde vlekken

De samenstellers van de professionele standaard voor de LOVC-hoven hebben gefocust op de praktijk van het meervoudig beslissen. “Een mooi onderwerp, juist voor de appėlrechtspraak, waar het beslissen met een groep collega’s de kern van het vak is”, stelt Cora Antens, voorzitter LOVC-hoven en afdelingsvoorzitter civiel recht Gerechtshof Den Bosch. De aanbevelingen in de standaard kwamen tot stand met behulp van diverse wetenschappers, waaronder psychologe Ten Velden. Zij citeert uit de standaard enkele belangrijke waarborgen voor succesvol meervoudig beslissen. Stimuleer en koester de individuele oordeelsvorming: geef alle raadsheren voldoende ruimte hun mening te vormen en te uiten, stelt Ten Velden. “Geef altijd eerst de jongste raadsheer het woord, zodat hij of zij niet te veel beïnvloed wordt door het oordeel van de andere meer ervaren (senior) raadsheren. Stimuleer bovendien de inbreng van afwijkende meningen tijdens het raadkameren. Bijvoorbeeld door bewust een raadsheer aan te wijzen die de advocaat van de duivel speelt. Dit verkleint de kans op denkfouten en blinde vlekken die ontstaan als een groep beslissers het te graag met elkaar eens is.”

Eigenwijs

“Maar zijn raadsheren en rechters niet beter bestand tegen dit soort groepsdenken?”, vraagt Callista Meijer, raadsheer in het gerechtshof Amsterdam, zich af. “Wij zijn eigenwijs en worden geselecteerd op onze onafhankelijkheid.” Ten Velden glimlacht. “Ik vrees van niet, het zijn mechanismen die op alle professionals van toepassing zijn. Bovendien hoor ik verhalen van jongere rechters die zich niet helemaal vrij voelen hun visie op de zaak te geven. Dat geldt zelfs voor ervaren rechters die de overstap maken naar het Hof.” Het verhaal van Ten Velden wordt ondersteund door de tweede wetenschapper die vanmiddag het woord voert en ook om advies gevraagd werd: hoogleraar wetenschapsfilosofie Jan-Willem Romeijn. “Om de wijsheid van de groep uit te buiten, is het cruciaal dat in een discussie alle deelnemers gelijk zijn geïnformeerd en hun onafhankelijk oordeel kunnen inbrengen.”

Opdelen besluit

Romeijn laat overtuigend zien dat of je al dan niet een besluit opdeelt in onderdelen grote consequenties kan hebben voor de uitkomst. Als drie raadsheren beslissen over de vraag of een contract is geschonden en of dat leidt tot het toewijzen van een claim, maakt het veel uit of je de meningen van de raadsheer per deelvraag optelt of dat de optelsom in zijn geheel wordt gemaakt. Per onderdeel bekeken worden beide vragen (‘Is het contract geschonden?’ en ‘Komt er een claim?’) door de meerderheid van de combinatie met ‘ja’ beantwoord.  Dan kan het toch zo zijn dat er geen meerderheid voor toekenning van de claim als geheel is.  De zaal mompelt van herkenning bij het voorbeeld. “Het is dus van groot belang hoe de raadkamer zijn beslissing precies neemt”, stelt Romeijn. “Wordt er beslist op het geheel of worden er deelbeslissingen genomen? Dat is afhankelijk van de agenda die wordt bepaald onder leiding van de voorzitter. De voorzitter moet samen met zijn collega’s bedenken met welke benadering de oordeelsvorming  in deze zaak het best gediend is. Naast de inhoudelijke argumentatie kan de keuze van de agenda dus bepalend zijn voor de uitkomst van de zaak”.

Kijkje in de keuken

Met een uniek kijkje achter de schermen van de Hoge Raad wordt het deel voor de pauze besloten. Tanja Tanja-van den Broek, raadsheer in de civiele kamer van de Hoge Raad, vertelt over de werkwijze bij de hoogste rechtsprekende instantie. De civiele kamer telt tien raadsheren, die allemaal met elke zaak kunnen meelezen en praten. De daadwerkelijke beslissing wordt genomen door een combinatie van drie of vijf raadsheren. Inhoudelijke specialisten worden niet per se op zaken van hun expertise gezet.  “Dat kan onhandig zijn omdat je kennis mist in de combinatie”, aldus Tanja-van den Broek. “Maar zo voorkom je dat één of twee raadsheren een rechtsgebied gaan domineren. Het bevordert de onafhankelijke oordeelsvorming.” Daarnaast wordt het eerste spreekrecht van de jongst aangetreden raadsheer strikt nagevolgd. Daarna gaat het op anciënniteit. “Ik ben meestal de pineut”, lacht ze. “Maar ook dit helpt het vrij uiten van meningen.” De opsteller van het concept-arrest, de concipiënt, heeft een zware taak. Niet alleen moet hij of zij in beginsel binnen tien dagen de tekst rondsturen. Even snel komen er van diverse raadsheren commentaren in een nota. Werken met nota’s heeft het voordeel dat je jezelf dwingt kritisch na te denken. “Afwijkende meningen worden serieus genomen. Niemand voelt enige terughoudendheid om mee te discussiëren.”

Één-tweetje

Tijd voor een ronde in de zaal langs de werkwijzen van de verschillende hoven. “Wij beschikken wel over dezelfde informatie”, zegt een raadsheer van hof Den Haag. “Maar als er een rechter-plaatsvervanger bij zit, hebben de andere twee vaak al onderling overlegd. Met zo’n één-tweetje moeten we dus voorzichtig zijn.” Ook schrijft uit efficiency overwegingen vaak  één van de raadsheren eerst een concept-arrest, zonder dat er vooraf wordt geraadkamerd. “Dan zegt de ander sneller: “ik sluit me daar wel bij aan”, erkent hij. “Daar moet je uit een oogpunt van kwaliteit eigenlijk weerstand aan bieden.”

Stoom afblazen

Het Amsterdamse hof doet als enige op grote schaal aan voorraadkameren. Dan bespreken de raadsheren de zaak eerst in raadkamer alvorens er geschreven wordt. Daarmee lijken er meer waarborgen voor een open en gelijkwaardige besluitvorming. Wel op voorwaarde dat het arrest snel daarna geschreven wordt, benadrukken diverse aanwezigen. Een raadsheer uit Amsterdam brengt een interessante casus in: “Is het oké om voorafgaand aan een zitting al kort je mening te geven tegenover je collega’s?  Soms moet ik gewoon even stoom afblazen. ‘Wat een vreselijk mens'”, zeg ik dan. “‘Ik ben benieuwd of ze gelijk krijgt’. Zo’n opmerking staat helemaal los van mijn analyse in de raadkamer.” Dat wordt door andere sprekers betwijfeld: “Misschien dat de jongste raadsheer, een verlegen type, na zo’n uitspraak eerder zijn mening inslikt. Bang om een opmerking te maken die niet goed valt .” In het algemeen kun je vooraf beter niet je mening geven, denkt Femke ten Velden. “Daarmee zet je toch de toon. Ontvangers van de boodschap kunnen het anders oppakken dan jij hebt bedoeld.”

Professionele standaard

U allen heeft ons aan het denken gezet”, besluit Cora Antens de bijeenkomst. “Het is duidelijk dat de professionele standaard niet in een bureaula mag verdwijnen, we gaan er echt mee aan de slag. Binnen de afdelingen en teams, samen met SSR.” Bij de borrel sluit Callista Meijer zich hier bij aan. “We moeten hier iets mee, zeker met de inzichten uit de wetenschap. Het meervoudig beslissen raakt de kern van ons vak. Dat gebeurt nu nog te veel op basis van intuïtie.” Réjean Pinckaers, raadsheer in het gerechtshof Den Haag, vindt dat de professionele standaard een officiële status dient te krijgen. “We moeten ons beter aan de regels houden: geen één-tweetjes vooraf, de jongste altijd als eerste het woord. Dit moet zich wel goed verhouden tot de werkdruk.” Daar is Mieke Fikkers, raadsheer gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, het hartgrondig mee eens. “Het slim organiseren van verbeteringen is binnen de huidige tijdsdruk cruciaal. Daarbij is er ruimte om je verantwoordelijkheid te nemen. Ik denk graag mee over dit onderwerp. Want ik mis in de raadkamer soms wel eens le choc des opinions: de discussie op het scherpst van de snede.”

“Het onderwerp voor de professionele standaard van de Hoven is mede ontleend aan het onderzoek van de Raad voor de rechtspraak naar de Meerwaarde van meervoudige besluitvorming en de naar aanleiding daarvan door SSR georganiseerde Zesdaagse bijeenkomst over meervoudige besluitvorming.  SSR zal op de professionele standaard van de Hoven voortbouwen door komend jaar de Masters ‘Meervoudige besluitvorming’ en ‘Meervoudig zitten’ te ontwikkelen. ‘Op die manier werken we samen aan de opbouw en verspreiding van kennis”, aldus Kim van der Kraats, lector civiel recht SSR.’

Nieuwsoverzicht