Luisteren

“In een kinderziekenhuis in Zuid-Afrika, dat ik net bezocht, weigert men tegenwoordig stagiaires uit Nederland, omdat ze na een halve dag al menen alles te weten. Bijzondere constatering, nietwaar. Men gunt zichzelf nauwelijks ruimte om te luisteren en te leren.”, aldus een emeritus-hoogleraar spiritualiteit, waarmee ik kort geleden aan tafel zat. We spraken over de kunst van luisteren, zeker in een tijd waarin dit maatschappelijk en ook aan diverse media-tafels weinig in beeld gebracht wordt. Men praat maar door, zelfs over onderwerpen, waar men waarschijnlijk kort daarvoor nog nimmer een gedachte aan gewijd heeft. De meeste mensen lijken ook niet zozeer te luisteren met de intentie om te kunnen begrijpen, maar veel meer met de intentie om te antwoorden. Dat zie je ook terug in de social media. Men haast zich om nog meer mening te geven. Er wordt vrijwel nooit gereageerd op de ander en interesse in elkaar ontbreekt. Meer dan 16 miljoen meningen met het grootste gelijk komen dagelijks op ons af. Zeker ook bij het rechterlijke werk en rechterlijke uitspraken ondervind je dit aan den lijve. Bijna iedereen heeft een mening, maar weinigen verdiepen zich echt in de materie. Ook hier wordt te vaak de gezonde nieuwsgierigheid naar de ander node gemist.

Tijdens de recent gehouden Meillo-lezing heeft SSR aandacht besteed aan dit thema onder de titel “Ik heb altijd gelijk” en met name ook aan de manier waarop een magistraat met dit gegeven zou moeten omgaan. De meningen liepen uiteen van wel tot niet mengen in het publieke debat, van de noodzaak om te participeren en een stem te geven tot de angst om te verworden tot slechts ‘een’ mening tussen de miljoenen. Uiteindelijk zie je bij magistraten meer en meer de behoefte om zich in het publieke debat te begeven, om de feiten en het recht een stem te geven en zich publiekelijk te verantwoorden. Dat kun je ook afleiden uit de grotere hoeveelheid magistraten die zich op social media en in de media begeven, alsmede publieke optredens verzorgen.

De karavaan der samenleving trekt gestadig verder. Om het krediet voor een onafhankelijke, professionele rechtspraak te behouden, weet men dat er meer werk gemaakt moeten worden van het  stelselmatig uitleggen waar de rechtspraak voor staat. Wie in de media niet aanwezig is, bestaat immers niet. Het zou fijn zijn als er in zo’n gesprek ook nog wat echte belangstelling voor de ander kan worden opgebracht. Maar, indien dat tegenvalt, moeten we niet te defensief zijn of het te persoonlijk opnemen. Om met Rinus Otte in de Meillo-lezing te spreken: “Een beetje rechter heeft een groot incasseringsvermogen, al was het alleen maar omdat hij keer op keer aan een groot gedeelte van de rechtszoekenden moet uitleggen dat hij toch niet in het gelijk is gesteld”. Dat is ons werk. Daar zal de justitiabele het mee moeten doen. Dat luisteren bij dit werk een kerncompetentie is, moge duidelijk zijn. In de opleiding heeft dit daarom ookeen belangrijke plek.

 

Nieuwsoverzicht