Herma Rappa-Velt: “Kennis op peil houden is een must”

Ze is zo’n honderd dagen lid van de Raad voor de rechtspraak. En als portefeuillehouder van zowel opleidingen als HRM een belangrijke partner van SSR. Bestuurder Herma Rappa-Velt vindt dat rechters een extra plicht hebben om hun kennis op peil te houden, ‘omdat hun uitspraken vaak ingrijpend zijn voor levens van mensen’. Ze roemt de goede vakkennis van de SSR, maar ziet ook de voordelen van een breder onderwijsaanbod.

Welk belang heeft scholing in een instituut als De Rechtspraak?

“De rechtzoekende heeft  er recht op dat rechters bij de tijd blijven. Dat zij de wijzigingen in de wet bijhouden, de veranderde interpretaties van die wet en ook weten wat er in de maatschappij leeft. Wij zijn onderdeel van de maatschappij en moeten bijvoorbeeld onze vonnissen kunnen uitleggen. Ik heb daar persoonlijk veel mee, ik wil dat de burger ons begrijpt. Onlangs sprak ik een groep afstuderende raio’s toe: ik zei: ‘Jullie zijn dapper dat jullie rechter worden, maar het brengt ook verplichtingen mee’. Uitspraken van rechters zijn vaak ingrijpend voor levens van mensen, zoals bij een faillissement of een gevangenisstraf. Dan is het, net als bij artsen, een must om je kennis op peil te houden.”

Wat is uw eerste indruk van SSR?

“Op basis van wat ik tot nu toe gezien heb, is SSR een enthousiaste en gedegen organisatie. De kracht is dat ze verstand hebben van opleiden en omdat ze dat ook voor het Openbaar Ministerie doen, kunnen ze goed kijken naar kruisbestuiving en efficiency. Bovendien kent SSR de wereld en de context van de rechtspraak als geen ander. De kunst is om steeds te blijven aansluiten bij nieuwe ontwikkelingen en methodes. En om altijd de prijs/kwaliteit-verhouding van de opleidingen in de gaten te houden.”

SSR moet als eigen opleidingsinstituut concurreren met onderwijsaanbieders in de markt. Is dat goed, of kunnen gerechten en parketten hun onderwijs beter met voorrang inkopen bij SSR?

Ik vind het goed dat de Rechtspraak als derde staatsmacht een eigen opleidingsinstituut heeft. Daarmee hebben we veel invloed op de manier waarop onze mensen gevormd worden en de kwaliteit daarvan. Maar hoe je dat precies vormgeeft, dat wil ik eens goed gaan bekijken. Ik vind het niet slecht een bepaalde marktprikkel te hebben om een goede kwaliteit voor een scherpe prijs te stimuleren. Het is ook de vraag of de SSR het wel aankan als je nu zou besluiten om alle opleidingen alleen daar in te kopen. Op algemene vakgebieden zou SSR een makelaarsrol kunnen vervullen en gerechten adviseren bij de cursusinkoop. Anderzijds kunnen de gerechten vaker bij SSR aankloppen dan ze nu doen. Zeker als het gaat om de specifieke rechtspraakopleidingen. We hebben een eigen onderwijsinstituut, maak er gebruik van. Het is ook een kwestie van elkaar iets gunnen.”

Welke specifieke SSR-cursus zou u zelf graag eens volgen?

“Ik zag een opleiding conflictbeslechting en mediation, daar zou ik wel eens aan mee willen doen. Dit zijn vaardigheden die altijd van pas komen. Ik heb in mijn vorige functies vaak leiding gegeven aan afdelingen Juridische Zaken en dan zie je hoe waardevol mediation kan zijn bij het behandelen van bezwaarschriften. Ook breder in de maatschappij wordt het meer geaccepteerd als middel om uit de problemen te komen. Mediation staat dichter bij de mensen, ze worden zelf bij de oplossing betrokken. Ik zie het daarom niet als concurrentie van de Rechtspraak, maar als een aanvulling.”

Nieuwsoverzicht