Deze zaken noemt Remco van Tooren de belangrijkste waar SSR volgens hem op in moet spelen de komende tijd. De hoofdadvocaat-generaal bij het hof in Den Bosch en bestuurslid bij het Ressortparket verruilt de komende vier jaar Den Bosch voor Utrecht. Wat zijn Remco’s indrukken, plannen en ambities bij SSR?
Je bent een kleine twee maanden geleden begonnen als lid van het College van Bestuur, na jarenlang hoofdadvocaat-generaal bij het hof in Den Bosch te zijn geweest. Hoe zijn je eerste ervaringen bij SSR?
“Het is echt een andere wereld. Ik ben met onderwerpen bezig waar ik als hoofdadvocaat-generaal alleen zijdelings mee te maken had. Ik had de kwaliteitsportefeuille bij het Ressortsparket en hield me al wel bezig met scholing, zoals het organiseren van kennisdagen en – incidenteel – enkele SSR-cursussen. Maar nu is onderwijs mijn dagelijks werk. Ik vind het een prachtig onderwerp.
Je voorganger Diederik Greive heeft ‘SSR Next’ opgezet, om van een ‘cursusfabriek’ een ‘menukaart met opleidingen op maat’ te maken. Hoe ga jij dit verder uitbouwen?
”Ik waak voor te grote woorden. Daar hou ik niet van als je net ergens begint. Ik wil vooral goed kijken en luisteren. Ik zie al wel twee belangrijke zaken waar we op in moeten spelen de komende tijd. De eerste heeft betrekking op het leerrendement. Uit onderzoek blijkt dat veel kennis van de op de klassieke wijze gegeven colleges onvoldoende blijft hangen bij cursisten. Ik beschouw het als onze taak om het blijvend rendement van opleidingen te verhogen. Hoe we dat gaan doen? Door een combinatie van leermethoden, theorie en praktijk aan te bieden. Met korte webcolleges on demand maar ook met contactonderwijs. Dat laatste moeten we meer richten op discussies minder op het klassieke college geven. En dan goed per onderwerp kijken wat de beste leervorm is en maatwerk leveren. Hier is ook een rol voor docenten weggelegd. 
Uit evaluaties weten we dat cursisten het meeste leren in de praktijk. Eigen ervaringen en die van collega’s beklijven veel meer dan abstracte modellen. Daarom willen we dat docenten hun cursisten meer gaan begeleiden en ook de ervaringen ‘on the job’ van de cursisten meenemen in de lesstof. Dat is een meerjarig proces. Het is niet zo dat we zeggen: ‘vanaf vandaag gaan we het helemaal anders doen’. Maar als SSR moeten we er voor zorgen dat ervaringen en deskundigheid van collega’s onderling gedeeld worden. Daar zit onze toegevoegde waarde.
De tweede belangrijke ontwikkeling is het uitbouwen van dwarsverbanden. Niet alleen binnen de rechterlijke organisatie maar ook met partners als de politie. We moeten elkaars expertise meer gebruiken. Een voorbeeld: rechters en officieren zijn niet of nauwelijks betrokken bij de opleiding waarin politiemensen wordt geleerd hoe een proces-verbaal wordt gemaakt. Ik zie dan ook regelmatig agenten op zitting bij wie de schellen van de ogen vallen als ze horen hoe advocaten ‘schieten’ op hun proces-verbaal. Waarom spelen rechters en officieren geen rol in dit leerproces zodat agenten weten wat er in een proces-verbaal moet staan en wat we ermee doen? Daar is nog veel te winnen. De politie kan ons op hun beurt weer zaken bijbrengen. Een voorbeeld daarvan is een blik op de IBT-training. Dit is de training waarbij agenten geleerd wordt hoe en wanneer met een vuurwapen om te gaan. Als je ziet onder welke druk en in wat voor hectische situatie een agent geacht wordt (want dat wordt hij natuurlijk wel) een situatie onder controle te krijgen, leer je ook met andere ogen te kijken. Dat kan erg leerzaam zijn. We overleggen overigens al wel regelmatig met de Politieacademie, maar willen die samenwerking intensiveren. Daar kan nog wel een flinke slag worden gemaakt.”
Wat is in onderwijsverband je visie op de digitalisering binnen het OM en de ZM?
“Als je ziet in welk tempo de wereld verandert door de technologische ontwikkelingen, dan is het logisch dat we daarin mee gaan. Het is dus goed dat we nu ook webcolleges aanbieden maar het gaat om de juiste combinatie met contactonderwijs. SSR is namelijk ook een professionele ontmoetingsplek. ‘Ik ben je toen tegengekomen op die SSR-cursus’, hoor ik mensen vaak zeggen. De sociale, verbindende functie van SSR is belangrijk en die moeten we zeker behouden. Wellicht anders dan voorheen maar er zijn andere manieren. De SSR Zesdaagse is daar een voorbeeld van. Geen ‘klassieke’ cursus maar wel brengen we professionals samen om (gevoelige) onderwerpen aan te snijden. Dat blijft een rol voor ons.
Ik maak nu een kennismakingsronde langs de SSR-afdelingen. Ik zie hardwerkende mensen en overwegend goede evaluaties. Aan de andere kant word ik in mijn nieuwe functie regelmatig aangesproken op het functioneren van SSR en daarbij hoor ik ook de kritische geluiden. Terecht of onterecht, ik denk dat de SSR-beleving beter kan en daar moeten we aan werken. Vanmorgen was ik bijvoorbeeld in onze studio waar ze druk bezig zijn met webcolleges en webinars. Dat zijn mooie nieuwe ontwikkelingen maar veel mensen weten dat niet. We mogen daarom bij SSR wel meer laten zien wat we allemaal in huis hebben en ons beter profileren denk ik: ‘Wij zijn van het leren. We hebben een uitgebreide menukaart van onderwijsmogelijkheden. Maak er gebruik van!”