De Europese KEI: the missing piece

De Nederlandse rechtspraak functioneert in een steeds sterker wordende Europeaniserende context. Justitie is een kernthema van de hedendaagse Europese integratie. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het Europese Openbaar Ministerie (EOM), waarmee het Europese Parlement in 2014 instemde, en het recent opgerichte Europese Octrooigerecht in Parijs. De rechtspraak krijgt versneld met een en ander van doen via doorwerking van Europese wet-en regelgeving, maar ook via deelname in diverse Europese rechterlijke netwerken, internationale uitwisseling, Europese standaarden in het European e-Justice Portal en gezamelijke opleidingen. De in 2013 stilzwijgende ingevoerde Europese standaard voor het uniek nummeren van rechterlijke uitspraken via de European Case Law Identifier (ECLI) is een prachtig voorbeeld van een versnelde stap naar Europese uniformering van rechtspraak, zeker als binnenkort het bijbehorende Europese vertaalprogramma door de Europese Commissie wordt aangeleverd.

Het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het programma KEI van de Rechtspraak organiseren deze week voor zo’n 1100 direct betrokkenen en geinteresseerden het KEI-congres met als thema ‘De rechtspraak van morgen’. “IT en internet zorgen binnen twee decennia voor meer radicale veranderingen in het recht dan dat in de afgelopen twee eeuwen is gebeurd.” aldus de key note speaker professor Richard Susskind, hoogleraar aan de Universiteit van Oxford, auteur van ‘Tomorrow’s Lawyers’ en wereldwijd topadviseur van multinationals en overheden. Met verve schetst hij de wereld van virtuele rechtbanken, online documentenproductie, outsourcing van juridisch werk en web based simulatie.

Zelf verzorg ik vanuit SSR op dit congres samen met twee collega’s uit de gerechten de workshop over de Europese KEI, waarbij wij ingaan op de betekenis van het bovenstaande voor de verwezenlijking van de Europese ambities in het programma KEI. Een onderdeel dat wij in beide KEI-programma’s nog te weinig teruggezien hebben. De rechtzoekende van vandaag, die centraal staat in de rechtspraak van morgen, woont immers allang niet meer in Nederland en spreekt ook zeker niet alleen de Nederlandse taal. Laat staan zijn advocaat, officier van justitie, politieman, gerechtsdeurwaarder en andere juridische ketenpartners. Belangrijk dus om te bezien wat de invloed van Europa op de dagelijkse rechtspraak is en hoe deze verwerkt moet worden in het programma KEI.

Als wij spreken over de vernieuwingen in het civiel- en bestuursprocesrecht, inclusief de op te richten commercial courts in Nederland en bezien hoe de rechter in de toekomst digitaal toezicht houdt op curatoren, bewindvoerders en mentoren, is een goede definitie van de rechtzoekende met bijbehorende behoeften van het grootste belang. Immers alleen particulieren die procederen zonder advocaat of een andere gemachtigde, kunnen dat volgens KEI in de toekomst vooralsnog vanaf papier doen, als zij dat willen. Voor de overige partijen, zoals bestuursorganen en (internationale) bedrijven, wordt online procederen verplicht.

Als wij meegaan in de gedachten van professor Richard Susskind in zijn boeken ‘The End of Lawyers’ en ‘Tomorrow’s Lawyers’, zal de rechtzoekende in de komende decennia in procedures een steeds belangrijkere rol gaan spelen. De rechtzoekende van morgen zal zelf de regie voeren over zijn zaken, terwijl zoemende IT-systemen dit feilloos ondersteunen. Een geheel nieuwe situatie, waarop wij ons beter nu al kunnen voorbereiden. Niet alleen in ‘Mijn Zaak’ en ‘Mijn Werkomgeving’, maar zeker ook in ‘Mijn Leeromgeving’, die binnen KEI nog invulling behoeft. Een heerlijke uitdaging!

Nieuwsoverzicht