Zoektocht naar identiteit rechter binnen de organisatie blijkt moeilijk

Bestaat er een ‘concerncode’ voor rechters? Hoe verhouden zich hun eigen identiteit en onafhanklijkheid tot hun rol in de organisatie? Kan de Rechtspraak met één gezicht naar buiten treden, of is er speelruimte voor het individu?

De zoektocht naar de dubbele positie van de rechter die recht doet aan de eigen identiteit én aan de groep als geheel blijkt moeilijk. De deelnemers aan de zesde dag van de Zesdaagse in Den Haag, donderdag 20 maart, braken er het hoofd over en kwamen er niet uit.

‘De vraag óf er een code is of zou moeten zijn voor de rechterlijke macht is van belang omdat de buitenwereld ons vaak ziet als één concern. Dat maakt dat wij ons zullen moeten bezinnen op onze eigen identiteit en die van de groep, op onze normen en waarden en de mogelijkheden die er zijn in de organisatie om als eenheid een sterke externe rol te vervullen’, aldus bestuurskundige René Westra, voormalig bestuurslid van het gerechtshof Arnhem en docent aan Nijenrode. Samen met Reinier van Zutphen, voorzitter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, leidde hij de levendige discussie met de Zesdaagse-deelnemers, vooral afkomstig uit de Hoge Raad, de gerechten en parketten en de Raad voor de rechtspraak.

Invalshoeken

De onderzoeksvraag naar het nut van een ‘concerncode’ heeft vele kanten, bleek wel uit de vele invalshoeken die de inleiders schetsten. Kern van het probleem blijkt de drievoudige rol die de rechter inneemt: de rol als individuele rechter met zijn of haar eigen identiteit, de rol als een boegbeeld van de groep, en de rol als lid van en deelnemer in de bestuurlijke organisatie. Bestuurlijk leiderschap en de hiërarchie van de organisatie lijken onverenigbaar met de inhoudelijke kanten van het vak en de professional. Zo bleek ook uit de reacties van de deelnemers. Vrijwel allemaal vonden zij dat bij het zoeken naar een vorm van eenheid in gedrag en uitstraling het accent zou moeten liggen op de intrinsieke inhoudelijke waarden van het werk en niet op een keurslijf in de organisatie. Zoals Geert Corstens, president van de Hoge Raad, het verwoordde: ‘Het woord “concern” roept veel weerstand op. Bij ons rechters gaat het meer om een esprit de corps. De Raad voor de rechtspraak is een faciliterende beheersorganisatie, maar géén rechtsprekende organisatie. De discussie over de vormgeving van onze organisatie ligt wat mij betreft bij de rechters zelf. In onze uitlatingen naar buiten moeten we authentiek zijn en stabiliteit, evenwichtigheid en eerlijkheid uitstralen’, aldus Geert Corstens. Op de vraag van Reinier van Zutphen hoe we ‘de hele club’ (rechters; red.) tot eenzelfde gedrag kunnen krijgen is Corstens duidelijk: ‘Door het goede voorbeeld te geven, het positieve gedrag te bevorderen en het gedrag dat niet goed is af te straffen. Eén alleszaligmakend recept daarvoor is er niet.’

Eenheidsworst

Behoefte aan een CEO voor de rechtspraak of een ‘sterke leider’ bleek er donderdagmiddag niet te bestaan bij de Zesdaagse-groep in Den Haag. Uit de verschillende reacties viel de volgende stellingname te distilleren: bedrijfsmatig leiderschap volgens het model van de CEO past niet bij ons individuele, onafhankelijke werk als rechter. Wij zijn vooral een groep mensen met een gezamenlijke taak. Wij vormen een samenwerkingsverband van tienduizend mensen die zich op dezelfde manier gedragen en vanuit dezelfde normen en waarden op dezelfde golflengte zitten. Dat betekent niet dat het publiek ons als eenheidsworst mag en kan zien, maar wel als mensen met een boegbeeldfunctie in de samenleving.
De vraag of de Rechtspraak daarbij een vastomlijnde code zou moeten hebben werd in Den Haag niet beantwoord. ‘Maar dat maakt de verkenning niet minder belangrijk’, vond Reinier van Zutphen. ‘Het blijft bovendien relevant om in concernverband betrokken te zijn en te blijven bij belangrijke organisatie-ontwikkelingen, zoals de Agenda voor de rechtspraak van de komende jaren’, meende hij.

Zevende dag

De ‘Zesdaagse’-cyclus over rechterlijke oordeelsvorming wordt op 10 april bij SSR in Utrecht afgesloten. Twee inleiders, hoofdofficier van justitie Diederik Greive en jurist/onderzoeker Ivar Wendt gaan dan samen met de deelnemers op zoek naar de ‘waarheid’. Ook wordt die middag de Gele Toga uitgereikt aan het team dat, volgens de deelnemers, de beste inleiding verzorgde tijdens de gehele cyclus.

Voor de ‘zevende dag’ zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. U kunt zich aanmelden voor deze bijeenkomst via uw opleidingscoördinator.

Reacties deelnemers 6e Zesdaagse

‘Ook rio’s moeten nadenken over hun identiteit’

Bij de opleiding tot rechter hoort ook dat de rio’s nadenken en praten over hun identiteit en de cultuur en spirit die zij uitdragen. Reflecteren over een ‘concerncode’ is niet alleen voor ervaren rechters. Dat zegt Milou van der Bel, kernopleider bij SSR en raadsheer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, naar aanleiding van de zesde ‘Zesdaagse’-bijeenkomst in Den Haag op donderdag 20 maart.

Juist vanwege haar rol bij de initiële opleiding van rechters deed Milou van der Bel mee aan de zoektocht in de zesde ‘Zesdaagse’-bijeenkomst om het begrip ‘concerncode’ nader in te vullen. ‘Ik vind het een lastig onderwerp en een ongemakkelijk woord’, zegt zij. ‘Rechters zijn er nogal allergisch voor om geassocieerd te worden met een “concern”. Dat is te veel gericht op de bedrijfsmatige kant van het werk. Als onafhankelijke staatsmacht hebben we natuurlijk een soort code, maar daarin ligt volgens mij de nadruk toch meer op de inhoudelijke kant dan op bedrijfsmatige aspecten’, aldus Van der Bel. Dat neemt volgens haar echter niet weg dat er binnen de beroepsgroep wel nagedacht moet worden over de eigen identiteit en de rol die de rechtspraak speelt in de samenleving.
‘Rechters hebben heel sterk het gevoel te opereren als individuen. Maar van buitenaf worden we als apparaat gezien. Het maakt een groot verschil of je zegt dat je rechter bent of dat je bij de Rechtspraak werkt. In dat laatste geval wordt je gezien als onderdeel van een apparaat dat wel of niet goed werkt in de ogen van de buitenstaander. Om onze eigen positie daarbinnen goed voor ogen te hebben en te verankeren zijn dit soort bijeenkomsten uitermate nuttig. Het is een moeilijk onderwerp en het betaalt zich misschien niet meteen uit in kant-en-klare oplossingen, maar jonge en oudere rechters zullen met elkaar in gesprek moeten blijven om onze positie zowel in- als extern steeds weer onder de loep te nemen’, aldus Milou van der Bel.

’Misschien hebben we het wel te hoog in de bol’

Voor Els de Stigter, strafrechter bij de rechtbank Midden-Nederland, leverde de middag bij de Raad voor de rechtspraak een waardevolle hoeveelheid stof tot verder praten op. Zij zal met haar teamgenoten verder in gesprek gaan over het onderwerp ‘concerncode’. De vele inzichten en nuances die hierover naar buiten kwamen, zijn volgens haar, waardevol om door te geven aan collega’s en medewerkers.
‘Ook tijdens deze ontmoeting met collega’s heb ik veel meningen en standpunten gehoord die het gesprek over onze positie als rechter breed maken en verdiepen. Dat is voor mij ook de belangrijkste reden om deel te nemen aan de Zesdaagse: zien en horen wat anderen denken over bepaalde onderwerpen. Een veelheid aan visies en gedachten maakt het eigen blikveld ruimer. Ook als je het niet helemaal eens bent met die ander’, vindt De Stigter.
Als voorbeeld van een meningsverschil noemt zij de houding van sommigen die, in haar ogen, te sterk de nadruk leggen op de bijzondere positie van een rechter in het gesprek over identiteit en gedrag. ‘Er zijn collega’s die het misschien toch nog wat te hoog in hun bol hebben en voor wie de “ivoren toren” kennelijk nog steeds bestaat’, meent De Stigter. ‘Zo’n houding is volgens mij niet bijster vruchtbaar als we zoeken naar een gezamenlijke manier waarop wij ons als rechters zouden kunnen profileren. Natuurlijk bekleden wij een bijzondere positie, maar dat geldt ook voor andere beroepsgroepen in de samenleving. Ook zij hebben te maken met een hoge werkdruk en het behoud van kwaliteit van hun werk. Bij de zoektocht naar oplossingen kunnen we veel van elkaar leren mits we daarvoor openstaan.’

Nieuwsoverzicht