Start Zesdaagse: waarheidsvinding kan beter

Rechters en officieren van justitie kunnen zorgen voor een betere waarheidsvinding wanneer zij vanaf het begin van een procedure met een open blik, zonder tunnelvisie, naar de feiten kijken. Dat was de centrale boodschap op de eerste dag van de SSR-Zesdaagse in Den Bosch op 30 januari over het thema ‘Waarheidsvinding’.

Ruim twintig deelnemers, vooral rechters en officieren van justitie, discussieerden daar over de valkuilen die een juiste waarheidsvinding in de weg kunnen staan. De inleidingen en praktische oefeningen van klinisch patholoog en jurist professor Raimond Giard en rechtspsycholoog en professor Eric Rassin over het onderwerp leverden daarvoor stof te over.

Groot onderhoud

Volgens professor Giard, hoogleraar Methodologie en aansprakelijkheid bij de Erasmus School of Law en klinisch patholoog, verbonden aan het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam, is de huidige manier van waarheidsvinding bij juridische kwesties nog te vaak gebaseerd op ‘oude, ingesleten gewoonten van snelle meningsvorming’. ‘Uit onderzoek blijkt dat rechters zich vrij makkelijk neerleggen bij de feiten die zij aangeleverd krijgen en op basis daarvan rechtsvragen stellen. Dit is echter een stap te snel. Wanneer zij eerst kijken naar de onderzoeksvraag, de causale verklaring van de te beoordelen gebeurtenis, en pas daarna gaan bekijken wie daarvoor eventueel aansprakelijk is, het antwoord op de rechtsvraag, levert het onderzoek naar de waarheid vanaf het prille begin meer inzichten in hetgeen er is gebeurd. Zeker wanneer er bij die onderzoeksvragen niet alleen wordt gekeken naar de feiten zoals die zijn neergelegd in dossiers en stukken, maar men ook andere scenario’s, andere mogelijkheden bekijkt. Dit levert een bredere blik, waardoor dwalingen voorkomen zouden kunnen worden’, aldus Giard. Het extra werk dat hiermee in de beginfase van een gerechtelijke procedure is gemoeid, zowel in het strafrecht als in het civiele recht, verdient zich in de verdere fasen van het proces ruimschoots terug, meent hij. ‘Zo werk je effectiever, efficiënter en wordt de kwaliteit van de vonnissen beter’, aldus Giard.

Volgens hem kan er niet genoeg op gehamerd worden, zowel tijdens de rechtenstudie aan universiteiten als in de Permanente Educatie van de rechterlijke macht, dat rechters op die manier, met een open blik moeten leren kijken naar de feiten. Giard: ‘Het is net als met het stellen van diagnoses in de medische wereld. Daar heeft men geleerd niet te snel af te gaan op een eerste indruk maar systematisch te werken en kritisch te kijken naar de uitkomst. Veel rechters wéten dat het zo beter werkt, maar realiseren zich lang niet altijd dat er in de praktijk nogal eens wordt afgeweken van dat principe. Zie het maar als een “groot onderhoud” van de juridische kennis en kunde om het dagelijkse werk steeds opnieuw kritisch te bezien en zo nodig aan te passen.’

De volgende ‘etappe’ van de Zesdaagse wordt ‘verreden’ in Zwolle op 11 februari. Het centrale thema is dan ‘Regie & Emotie’.

Reacties deelnemers

‘Een heerlijk prikkelende ervaring’

Rechter-commissaris bij de rechtbank Oost-Brabant, Bert van der Leeuw, is, net als vorig jaar, meer dan enthousiast over het Zesdaagse-evenement in Den Bosch.

‘Ik vond het ook dit keer een heerlijk prikkelende ervaring die aanzet tot denken en waarmee je ook verder kunt. Hoewel wij als rechter-commissarissen niet oordelen over een strafzaak zijn wij wel vanaf het begin betrokken bij een strafrechtelijk onderzoek. Daarbij probeer ik altijd met een brede scope te kijken, met het vervolg van de procedure in het achterhoofd. Maar ongemerkt sluipt daarbij soms toch binnen dat je teveel vanuit je eigen conventies werkt. Of teveel op de automatische piloot afgaat. Door zo’n bijeenkomst en de interessante visies en onderzoeken van Rassin en Giard is mijn geest weer op scherp gezet. Hun wetenschappelijke onderzoeken, evenals andere relevante kennis vanuit de wetenschap, zouden eigenlijk standaard tot de bagage van een rechter moeten horen. Een brede oriëntatie, mede gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek vanuit juridische en andere disciplines, is een absolute voorwaarde bij de oordeelsvorming die van juristen wordt verwacht.’


‘Er is altijd een risico op beroepsdeformatie’

De Amsterdamse strafrechter Peter Björn Martens is zeer onder de indruk van de wetenschappelijke onderzoeken en denkbeelden die tijdens de Zesdaagse over waarheidsvinding werden gepresenteerd. Maar kritiek heeft hij ook.

‘Het kan niet vaak genoeg benadrukt worden: rechters moeten altijd kritisch kijken naar feiten, bewijswaarden en menselijke waarnemingen. Wij hebben, misschien wel te vaak, een normatieve opstelling bij het zoeken naar de waarheid. Maar om nu te zeggen dat alle resultaten uit de onderzoeken van de inleiders tijdens de Zesdaagse één op één toepasbaar zijn op het rechterswerk, gaat wat ver. Die uitkomsten van die wetenschappelijke onderzoeken zijn vrij algemeen gesteld, terwijl wij rechters juist altijd kijken naar het ene specifieke geval dat wij voor ons krijgen. Daar kan een discrepantie tussen zitten. Dat neemt niet weg dat ik heb genoten van de discussies en de thema’s die vanuit andere disciplines, de medische wetenschap en de rechtspsychologie, besproken werden. En laten we wel zijn: er is altijd een risico op beroepsdeformatie, ook bij rechters. Het kan geen kwaad om je keer op keer te realiseren en in te prenten welke risico’s er kunnen zijn bij het zoeken naar de waarheid of het vellen van een oordeel. Dat geldt niet alleen voor ervaren rechters, maar juist ook voor de beginners. In de opleiding en de permanente educatie kan het onderwerp niet genoeg besproken worden.’

Lees meer over de SSR Zesdaagse en de komende vijf bijeenkomsten

Nieuwsoverzicht