Nieuwe lector civiel recht: Kim van der Kraats

In juli startte Kim van der Kraats bij SSR als lector civiel recht bij SSR. Na ruim drie maanden ‘binnen’ te zijn, vroeg SSR Actueel naar haar bevindingen in deze nieuwe rol.

Je bent in juli begonnen als lector civiel recht bij SSR. Waar gaat jouw aandacht naar uit?

“Ik ben zelf de afgelopen jaren voornamelijk werkzaam in de kantonpraktijk. Daar loop ik warm voor. De diversiteit aan onderwerpen, partijen die in persoon procederen en de snelheid van de procedure spreken mij aan. Kim van der KraatsIk vind dat de kantonpraktijk, het perspectief van de kantonrechter in verschillende cursussen wel wat meer aandacht mag krijgen, zeker nu na de competentiegrensverhoging de bevoegdheid van de kantonrechter is uitgebreid. De omgang met partijen die in persoon procederen vraagt soms iets anders op het gebied van communicatie, maakt een juridische vertaalslag nodig en brengt misschien ook wel een ander perspectief op de taakopvatting van de rechter met zich.

Daarnaast heb ik me ook direct gestort op de aanstaande wetswijziging op het gebied van arbeidsrecht. In samenspraak met de Kring van Kantonrechters organiseert SSR een themadag op 23 april 2015. Op dit moment zijn we bezig met het opnemen van een aantal webcolleges over de wetswijziging. Deze worden voor iedereen in de Rechtspraak toegankelijk gemaakt, zodat ze daarvan kennis kunnen nemen waar en wanneer ze dat willen. Met die samenwerking ben ik blij. Ik doe zelf veel arbeidszaken en ben daarvan dus goed op de hoogte. Maar het civiele recht kent zo’n enorme verscheidenheid dat ik op veel terreinen ook echt moet kunnen bouwen op de input vanuit onder meer de gerechten en expertgroepen.”

Hoe zie jij je rol als lector?

“Als lector vind ik het belangrijk om te zorgen voor de verbinding tussen de gerechten en SSR enerzijds en anderzijds de verbinding tussen de ‘buitenwereld’, de wetenschap en de Rechtspraak. Ik wil graag in die verbindingen investeren en de door mijn voorganger Corrie ter Veer gelegde contacten bestendigen en uitbreiden. Ik hoor graag in een zo vroeg mogelijk stadium van de gerechten wat er speelt, zodat we daar tijdig op kunnen inspelen. Het contact tussen SSR en de gerechten moet zich volgens mij niet beperken tot de formele kanalen, zoals de Gebruikersraad of de opleidingscoördinatoren. Ik zou graag zien dat rechters en de juridische ondersteuning mij ook direct weten te vinden met hun vragen en behoeften.

Voeding uit het veld is essentieel voor SSR. Vooraf maar ook achteraf, bijvoorbeeld door middel van evaluaties. Deze zijn voor ons van groot belang om de kwaliteit van onze activiteiten te toetsen. Het directe contact met gerechten, rechters en juridische ondersteuning acht ik ook van belang om goed voor het voetlicht te kunnen brengen wat SSR allemaal doet. Dat is zoveel meer dan menigeen denkt. Een cursusfabriek is SSR al lang niet meer.”

Hoe bedoel je dat?

“Volgens mij zit de kracht van SSR erin dat wij als geen ander weten waar de opleidingsbehoefte van de Rechtspraak ligt. SSR is immers hét opleidingsinstituut van de rechterlijke macht. Dat betekent dat ik ook wil inzetten op een aanbod dat de unieke focus op de Rechtspraak heeft. Ons aanbod moet grotendeels uniek zijn en specifiek gericht op onze rechterlijke taak. In elke cursus moet die focus zichtbaar zijn. De aandacht komt dan ook meer te liggen op cursussen voor rechterlijke vaardigheden en verdieping. Daarmee gaan we juist de meer ervaren rechters bedienen. Uit het rapport van de visitatiecommissie blijkt ook dat daar een uitdaging ligt. SSR heeft onderwijskundigen in huis om vanuit die specifieke expertise naar het aanbod te kijken en ook de docent zich verder te kunnen laten ontwikkelen. Dat heb je niet bij een incompany-cursus of een door het gerecht zelf georganiseerde bijeenkomst. Nu weet het ene gerecht vaak niet wat er bij het andere gerecht speelt. SSR kan hierop inspelen als hét kennisinstituut voor en door de Rechtspraak.

Ik zou willen dat rechters meer hun kennis delen, als integraal onderdeel van hun werk. Veel rechters geven al les bij SSR maar dat wordt op het gerecht niet altijd als onderdeel van hun functioneren beschouwd en dat vind ik een gemiste kans als je de Rechtspraak als kennisorganisatie beschouwt. Ik zou hopen dat kennis delen, doceren meer als onderdeel van het rechterschap wordt gezien, dat rechters het delen van hun kennis in de organisatie als hun verantwoordelijkheid beschouwen en dat dit bij de managers niet alleen gewaardeerd wordt in PE-punten maar ook als onderdeel van het volledig functioneren.”

Mr.drs. Kim van der Kraats is sinds 2010 kantonrechter bij de afdeling civiel recht van rechtbank Midden-Nederland. Kim heeft meerdere publicaties op haar naam staan over de opleiding en kwaliteit van de Rechtspraak maar ook op het gebied van arbeidsrecht. Ze geeft regelmatig cursussen, onder meer op het gebied van arbeidsrecht. Naast haar werk als rechter doet zij promotieonderzoek naar de kantonrechtspraak en is ze bestuurslid bij de NVvR.

 

Nieuwsoverzicht