De sollicitatieprocedure voor de nieuwe officieren in opleiding (OIO’s) is in volle gang. De verwachting is dat de selectie en aanstellingen eind februari zijn afgerond. Het Openbaar Ministerie kan zich nu – in samenwerking met SSR – richten op de start van de OIO-opleiding op 1 april. Een opleiding die modulair van opzet is en daarmee meer in de individuele behoefte voorziet dan de oude variant.
Aan ZM-zijde is de eerste lichting RIO’s (rechters in opleiding) inmiddels begonnen. Aan OM-zijde volgen de OIO’s (officieren in opleiding) nu snel. Projectleider Initieel OM Angela Morsink: ‘We steken de OIO-opleiding echt in als een pilot en daarom starten we kleinschalig met vijf à zes interne mensen en twee à drie van buiten het OM. Net als bij de ZM is werkervaring – we gaan uit van twee tot vier jaar – een vereiste nu de buitenstage, zoals de oude RAIO-opleiding deze had, er uit is. De duur van de opleiding is daarmee variabel. Iemand met heel veel ervaring zou aan twee jaar genoeg kunnen hebben. Aan de andere kant zou de opleiding ook vier jaar kunnen duren voor iemand met weinig ervaring. Het belangrijkste voordeel hiervan is dat we nu veel meer op het individu kunnen toespitsen en focussen op dat wat de desbetreffende OIO nodig heeft. Dit in tegenstelling tot de oude opleiding waar iedereen min of meer een ‘algemeen pakket’ aangeboden kreeg.”
Omwenteling
De OIO-opleiding wordt door het OM in samenwerking met SSR ontwikkeld. Daarbij is uitgebreid overleg gevoerd over welke onderwerpen wanneer aan bod moeten komen en hoe dat het beste kan gebeuren tijdens de opleiding. Johan Koornstra is hier als onderwijskundig adviseur namens SSR bij betrokken. “Dat de opleiding anders zou worden opgezet was vanaf het begin duidelijk.
Enerzijds vanwege de wens van het OM tot modernisering van de opleiding waarbij modulair opleiden, blended learning, zelfstudie en het werken In de digitale leeromgeving MIJN SSR een belangrijke plaats in moest nemen. Maar ook om de opleiding meer te benaderen vanuit het vak zelf. De opleidingsbehoefte van de OIO staat centraal. Dat betekent ook dat de docenten een andere rol in moeten nemen. De traditionele cursus waarbij de cursist in de zaal luistert naar wat de docent denkt dat hij of zij moet weten, hebben we daarom afgeschaft. De rollen zijn nu omgedraaid. Het is nu de bedoeling dat OIO’s via allerlei ontwikkelde leeractiviteiten in de praktijk van alledag, zélf aangeven wat zij tegenkomen tijdens het werk. Daarmee gaat de docent aan de slag. Een treetje hoger dan het traditionele college en dat vraagt een andere werkwijze van docenten dan voorheen. Uiteraard is het van belang dat de docenten van meet af aan mee in dit traject mee ontwikkelen. Ook voor hen is het een omwenteling”, aldus Koornstra.
Coördinerend opleiders en praktijkbegeleiders
Een andere verandering is dat de OIO’s aan de slag gaan bij vier opleidingsparketten: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Oost Nederland. Aan deze parketten zijn coördinerend opleiders verbonden. Angela: “De coördinerend opleiders vormen een constante factor in de opleiding; zij begeleiden de OIO van begin tot eind, faciliteren de OIO’s met bijvoorbeeld het maken van het persoonlijk opleidingsplan en zorgen voor de uitvoering van het introductieprogramma op het parket. Daarnaast denken zij mee over de verdere ontwikkeling van de opleiding. Om deze opleiders een ‘basispakket’ aan kennis mee te geven is er in samenwerking met SSR een opleiding voor hen opgezet. Ook intervisie hoort daar bij, het is belangrijk dat de ervaringen gedeeld worden.” In tegenstelling tot de oude situatie, beoordelen de opleiders niet. “Dit is bewust uit elkaar getrokken”, zegt Angela. “De beoordeling laten we over aan de teamleider van de OIO. Hiermee wordt beoogd dat het contact tussen coördinerend opleider en OIO zo vrij mogelijk is; dat alle onderwerpen bespreekbaar zijn, zonder dat dit gelijk consequenties heeft bij de beoordeling. De vakinhoudelijke kennis en begeleiding wordt overgedragen door de praktijkbegeleider van het betreffende stage-onderdeel van de OIO. Deze persoon neemt de dagelijkse begeleiding van de OIO op zich tijdens bijvoorbeeld de opleidingstijd bij ZSM of de Rechtbank.”
Op 1 april starten de OIO’s met een introductieperiode van twee maanden die volledig gericht is om het zittingsvaardigheidsbewijs (ZVB) te halen. Over de diverse fases die de OIO’s doorlopen tijdens hun opleiding, informeren wij u in een volgende nieuwsbrief. Een schematisch overzicht van de nieuwe OIO-opleiding is hier te zien.