“Niemand krijgt ons klein”

In de discussie over de noodzaak van investeringen in verbeteringen van de kwaliteit van de nationale en internationale rechtsorde merk ik nog te vaak dat niet de inhoud maar de kosten van die investeringen centraal lijken te staan. Ik begrijp heus dat we een gezonde financiële huishouding moeten nastreven. Maar uitsluitend bezuinigingen gelijk Dagobert Duck zonder oog voor de opbrengsten van die investeringen, is te Hollands. Er zijn namelijk ook opbrengsten die zó groot en waardevol zijn dat ze niet eens in geld kunnen worden uitgedrukt.

Neem het werk van minister Frans Timmermans, aan wie ook ik veel energie ontleen. Deze man wordt alom geprezen om zijn deskundigheid, inzet en de resultaten die hij boekt bij het verbeteren van een internationale rechtvaardige samenleving. Zijn positieve houding, met passie en lef bij het bereiken van resultaten voor een betere wereld worden nationaal en internationaal gewaardeerd. Ik kan me dan ook geen beter mens bedenken om in Brussel, waar hij als vice – president van de nieuwe Europese Commissie gaat werken, de belangen van alle lidstaten en daarmee ook de ‘rule of law’ te behartigen. En tóch zijn er ook hier weer mensen die zich afvragen of het geld dat (de voorbereiding van) deze benoeming kost wel wat oplevert. Alsof geld het ooit kan winnen van een internationale samenleving waarin mensen recht hebben op een waardig bestaan. Dat is de wereld op zijn kop zetten en getuigt van gebrek aan inzicht in de waardevolle bijdrage die Timmermans levert aan ‘mutual trust and understanding’ tussen landen en rechtssystemen. Nooit duidelijker in beeld gebracht dan deze zomer toen het ineens hoognodig was.

Op meer nationaal niveau waarschuwde ook de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, Frits Bakker kortgeleden, op de Dag van de rechtspraak, voor dezelfde soort kortzichtigheid bij het beoordelen van het kosten-batenplaatje van verbeteringen die de Nederlandse rechtspraak een kwaliteitsimpuls gaan geven. De rechtspraak noemde hij een belegging met een gegarandeerd rendement: niet alleen economisch maar óók maatschappelijk. Enkel kijken naar prijskaartjes zonder oog voor de baten geeft een vertekend beeld, zo bleek uit zijn woorden.

SSR kent ook criticasters voor wie geld de enige graadmeter lijkt te zijn bij de beslissingen om wel of niet te investeren in verbeteringen van onze rechterlijke macht. Neem de Meillo-lezing, die op 9 oktober wordt gehouden. Dat is wederom een gelegenheid om te luisteren naar deskundige, passievolle sprekers die vanuit de grond van hun hart met elkaar willen nadenken en reflecteren over manieren waarop wij de internationale rechtsstaat zouden kunnen dienen. Zo’n middag kost tijd en geld. De bijeenkomst zelf kan overigens gratis worden bijgewoond. Maar de opbrengst van zo’n middag, die SSR nu al een paar jaar organiseert, is niet in geld uit te drukken. Zeker is dat de bezoekers, veelal werkzaam in de rechterlijke macht, veel energie en wijsheid zullen ontlenen aan de gesprekken met de inleiders Sigrid Kaag, Ernst Hirsch Ballin en Hester van Bruggen. Ook kan men energie opdoen en inspiratie om zelf, of in samenwerking met anderen, de invulling van een rechtvaardige samenleving, nationaal en internationaal, verder vorm te geven. Er zullen misschien initiatieven en projecten worden opgezet. Die effecten zijn onbetaalbaar en daarvoor mogen en zullen we nooit kosten noch moeite mogen sparen. Om met Frans Timmermans, in zijn dankwoord op de reacties op zijn toespraak in de VN-Veiligheidsraad te spreken: “Niemand, helemaal niemand krijgt ons klein”. SSR hanteert niet voor niets de slogan ‘Goed opgeleid voor een rechtvaardige samenleving’. Koste wat het kost.

Nieuwsoverzicht