Ketenpartners

Kort geleden was ik op een bijeenkomst rond de modernisering van het Wetboek van Strafvordering, waarbij alle ketenpartners in het strafproces vertegenwoordigd waren. De belangrijkste doelstelling van deze complexe verbouwing van het Wetboek van Strafvordering lijkt te zijn het stroomlijnen van de strafrechtsketen en daarmee de verhoging van de efficiëntie van het strafproces. Daar waren alle sprekers, inclusief de minister van overtuigd. Zeker geen slechte gedachte, al vroeg ik mij in de loop van deze conferentie wel af of vernieuwde wetgeving uiteindelijk de sleutel vormt tot de verhoging van die efficiëntie. Luisterend naar de diverse deelnemers hoorde ik veel wijsheid en inhoudelijke reflectie op de wet en de procedure. Wel miste ik in de voorgestelde oplossingen erg sterk het bewustzijn van een onderlinge afhankelijkheid van de diverse ketenpartners, alsmede de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een bewustzijn, dat in mijn tijd als strafsectorvoorzitter, toch altijd, ook onder de oude wetgeving, maakte dat resultaten geboekt werden.
Het is een moeilijke klus om een keten te zijn, niet alleen vanwege de logistiek, maar veel meer vanwege de samenwerking en het onderlinge vertrouwen. Zoveel hoofden, met even zoveel zinnen en belangen; om nog maar te zwijgen over de uiteenlopende financieringsvormen. Het afstemmen van een veelheid aan wensen en verlangens is nooit gemakkelijk. Daarvoor moet je grip krijgen op alle verschillende visies en invalshoeken en mensen bereid vinden om, in het belang van het eindresultaat, soms water bij de wijn te doen. Het hogere belang centraal te stellen.

Juist dit facet – het formeren van een coherente groep uit veel vogels van verschillende pluimage – blijkt sommige gemoederen bezig te houden. Ze hebben weinig fiducie in een efficiënt samenspel van krachten, maar dat wordt in de rechterlijke macht zelden openlijk uitgesproken. Misschien kan SSR als instituut van het OM en de Rechtspraak en soms ook van de advocatuur daarbij helpen. Wij zijn ervaringsdeskundigen in het omtoveren van een verouderd instituut in een moderne onderwijsorganisatie. Ook wij kregen daarbij te maken met een groot spelersveld dat tot een hecht team gemaakt werd. Onze vernieuwde en vernieuwende organisatie is bovendien ervaren geworden in het begeleiden van leerprocessen binnen de rechterlijke organisatie. Ik wijs alleen maar op de prachtige leergang voor operationeel leidinggevenden en coördinatoren, de belangrijke schakels in het KEI-proces, alsmede de leergangen voor (aankomend) bestuurders en teamvoorzitters.

Dat soort begeleiding en training, waarbij grote groepen moeten samenwerken om professionaliseringsslagen te maken, zijn niet voor niets onderdeel van ons aanbod. Daar is jarenlang keihard samen met anderen uit de rechterlijke macht aan gewerkt. Eeuwig zonde zou het ook in dit geval zijn, bij de vernieuwing van Strafvordering, om geen gebruik te maken van die ervaring en kennis.

Voor ons trouwens ook een mooie gelegenheid om de mensen die SSR nog steeds zien als een soort ‘cursusclub’ te laten zien dat SSR méér in huis heeft dan primaire vormen van onderwijs. Nou is er natuurlijk niets mis aan opfris- en bijscholingscursussen over de basis van ons werk. Als er straks een nieuw systeem van procesregels in het Wetboek van Strafvordering ligt, dan zullen immers de meest ervaren rechters, officieren van justitie of juridisch medewerkers hun kennis daarover moeten opvijzelen en verbreden. Vakinhoudelijke kennis is en blijft altijd nodig. Maar het is niet het enige waar SSR tegenwoordig voor staat, en dus zullen we ook op het gebied van strafvordering ongetwijfeld in de permanente educatie, in masters, evenementen of summercourses, verdiepende onderwerpen gaan aanbieden, zoals we dat inmiddels alweer heel wat jaren op tal van andere rechtsgebieden doen. Ik roep alle ketenpartners op om samen met ons om de tafel te gaan zitten en te gaan praten over de mogelijkheden die dit veranderproces biedt voor allen en die volgens mij echt het verschil kunnen maken.

Nieuwsoverzicht