Bestuurder Hof: ‘Cijfers niet alleen zaligmakend voor Rechtspraak’

Paul Scholte werkt sinds begin dit jaar als niet-rechterlijk bestuurslid bij het gerechtshof in Den Bosch. Tijdens de leiderschapstraining Collectieve Bestuurskracht liet hij zijn verwondering blijken over de grote rol die cijfers lijken te spelen in de discussie over de kwaliteit van de Rechtspraak. ‘Productiecijfers zijn belangrijk, maar ze zijn niet alleen zaligmakend’, aldus de bestuurder.

Ondergesneeuwd

Paul ScholtePaul Scholte is een nieuwkomer bij de Rechtspraak. Voorheen werkte hij als directeur bedrijfsvoering bij verschillende universiteiten. Zijn overstap naar het hof kwam niet uit het niets. ‘Ik heb veel interesse in de maatschappelijke functie van de Rechtspraak als hoeder van de rechtvaardigheid, en in de cruciale rol ervan voor de samenleving. Kwaliteitsprojecten als KEI zie ik als een grote uitdaging om aan mee te werken. Mijn eerste indruk is, misschien omdat ik een nieuwkomer ben, dat in de discussies  over kwaliteit nog niet veel aandacht bestaat voor de meer inhoudelijke kanten van kwaliteit. Er wordt gewerkt aan  professionele standaarden ten aanzien van onafhankelijkheid en onpartijdigheid, maar die lijken wat ondergesneeuwd te raken door de cijfers bij het nadenken over “goede rechtspraak”’, meent Paul Scholte.

Filosofen

In Den Bosch zag de nieuwe bestuurder al wel lokale initiatieven om die professionele standaard invulling te geven. Scholte: ‘Vanuit een groep raadsheren ontstond het idee om hierover te praten met rechtsfilosofen. Dergelijke initiatieven op plaatselijk niveau zijn belangrijk. Net zo belangrijk is het dat het bestuur dergelijke kwaliteitsimpulsen vanaf de werkvloer op een positieve en productieve manier begeleidt. Dit “besturen op afstand” is een van de nuttige onderwerpen die tijdens de training Collectieve Bestuurskracht worden besproken. Goed leiderschap vereist kunnen delegeren en enthousiasmeren. Op een zodanige manier dat lokale projecten tot stand kunnen worden gebracht, met een eventuele landelijke uitrol in het verschiet.’

Dood in de pot

Landelijke kwaliteitsprojecten, hoe mooi ook van opzet, kunnen volgens Paul Scholte ook belemmerend werken voor initiatieven die op meer lokaal of regionaal niveau ontstaan. ‘Neem het initiatief van hoofden bedrijfsvoering van de hoven om het functioneel beheer te verbeteren. Er werd vanuit de hoven al door een groep mensen nagedacht over  onderlinge samenwerking waarmee die verbeteringen zouden kunnen worden bereikt. Maar parallel werd er een landelijk project opgesteld om lokale IT taken over te hevelen naar Spir-IT met als gevolg dat de hoven het advies kregen hun initiatief even in de ijskast te zetten in afwachting van wat aan lokale taken zou overblijven. Hoewel begrijpelijk, werkt zoiets als de dood in de pot bij de mensen die al druk en enthousiast aan zo’n onderwerp werken. Tijdens de leiderschapstrainingen praten we over dit soort problematiek en hoe we daar als bestuurders mee kunnen omgaan. Let wel: uniformering is een groot goed, maar niet als dit leidt tot een afwachtende houding. Dan loop je de kans het kind met het badwater weg te gooien. Gelukkig merk ik bij veel deelnemers aan Collectieve Bestuurskracht dat zij op eenzelfde manier denken als ik over leiderschap binnen de Rechtspraak. Besturen betekent vooral: betrokken zijn bij de werkvloer, aansturen op professionele kwaliteit en autonomie bij je mensen, elkaar kunnen aanspreken over alles wat relevant is, en een goede afweging maken tussen de zakelijke en inhoudelijke kanten van het bedrijf. Ik heb er alle fiducie in dat ons dat samen gaat lukken ’, aldus Paul Scholte.

Nieuwsoverzicht