Philip Langbroek: ‘Meer kennis verkleint risico onzorgvuldig rechterswerk’

Iedere maand interviewt SSR een professor uit het netwerk dat SSR onderhoudt onder hoogleraren. Deze maand is dat Philip Langbroek, hoogleraar Rechtspleging en rechterlijke organisatie aan de Universiteit Utrecht.

Zoals hij ook recentelijk in een artikel in NRC Handelsblad benadrukte, meent professor Philip Langbroek dat het risico van onzorgvuldigheid in het rechterswerk eerder in de hand wordt gewerkt door een gebrek aan specialistische kennis dan door werkdruk. ‘Juridische faculteiten, hoogleraren en SSR zouden samen alles op alles moeten zetten om die kennis op peil te brengen en in stand te houden’, aldus Langbroek.

Werkdruk

Philip LangbroekIn het protestpamflet ‘Manifest van Leeuwarden’, dat kort geleden werd verspreid, wordt de stelling verkondigd dat een te hoge werkdruk van rechters een bedreiging zou vormen voor goede rechtspraak. Philip Langbroek heeft daar zijn eigen visie op. ‘Een hoge werkdruk zal er altijd zijn. De vraag daarbij is hoe je op een verstandige manier met die hoge werkdruk kunt omgaan. Op organisatorisch vlak is er veel verbeterd. De herziening van de gerechtelijke kaart was een belangrijke en rationele stap. Maar er kunnen nog meer stappen worden gezet. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een andere verdeling van zaken. Ik denk daarbij aan een verdere functiedifferetiatie binnen de geleding rechters.   Eenvoudige zaken zouden   bijvoorbeeld door rechters – op het functieniveau van gerechtsambtenaren – kunnen worden afgedaan. Los van die organisatieverbeteringen, echter, zie ik ook heil in het beter toerusten van rechters met specialistische kennis. Op dat onderwijsaspect zou geen cent bezuinigd mogen worden’, aldus de hoogleraar.

Revolutie

Volgens Langbroek gaat de technologische  revolutie zo snel  en levert die zoveel vragen op dat er voldoende rechters zullen moeten zijn die kennis hebben over bestaande en  nieuwe     onderwerpen als bijvoorbeeld kansberekening en statistiek, forensische specialismen, medische techniek, ICTs.. enzovoorts.  ‘We zijn met z’n allen enorm afhankelijk geworden van de techniek. De samenleving is ermee doorspekt. Ook de rechtspraak krijgt daarmee te maken. We hebben dus voldoende rechters nodig die met verstand van zaken kunnen oordelen in kwesties waarbij die technologieën en de kennis uit de  gamma en  bèta-wetenschappen een rol spelen. Niet alle rechters hoeven dat  te kunnen maar  er moeten voldoende rechters zijn die  op een inhoudelijke manier kunnen communiceren met deskundigen op die terreinen. Er moeten genoeg rechters zijn die afdoende basiskennis over zo’n   specialisme in huis  hebben.

Van begin tot eind

Kennis over verschillende vormen van wetenschap en technologie hoort niet alleen bij het rechtersvak. Ook andere juristen zouden daar enigszins verstand van moeten hebben. Daar ligt ook een taak voor de juridische faculteiten. ‘De tijd is voorbij dat je rechten kunt studeren zonder ooit een krant te lezen of kennis te verwerven over technische onderwerpen waar het recht een rol in speelt. Dat hoort bij je algemene ontwikkeling als jurist. Ook rechtenstudenten zullen zich die kennis eigen moeten maken. Méér aandacht voor die onderwerpen  binnen de rechtenfaculteiten  is nodig.    Denk aan verschillende invullingen van een vak “recht en empirie” zoals we nu in Utrecht ontwikkelen.

Hoogleraren  rechtspleging  zouden daarvoor een lans kunnen breken. Daarnaast zou SSR ervoor moeten zorgen, zowel in de initiële opleiding als de permanente educatie, om rechters op de hoogte te brengen en te houden van nieuwe technologische ontwikkelingen. Niet alleen moet er voldoende aanbod zijn van cursussen, ook moeten de docenten voldoende zijn toegerust om die technologische kennis in een juridische context te kunnen plaatsen. Samenwerking tussen juridische faculteiten, en het opleidingsinstituut zou zich mede daarop  kunnen richten’, aldus hoogleraar Langbroek.

 

Nieuwsoverzicht