Eerste dag ‘Zesdaagse’ wijst rechters op valkuilen

Rechters ondervinden bij het ‘beslissen en motiveren’ in rechtszaken nogal wat hinder van valkuilen. Onder tijdsdruk kunnen zij té grote sprongen maken bij het vellen van een oordeel. Zeker als zij daarbij uitgaan van ‘aannames’. Taaltechnisch blijken veel motiveringen onder de maat.

Dit bleek op de eerste bijeenkomst van de collegetour, de ‘Zesdaagse’, die SSR de komende maanden op verschillende locaties organiseert over kennisoverdracht en kennistoepassing rond het rechterlijk oordeel. Ruim twintig rechters, griffiers, stafjuristen en enkele leden van het Openbaar Ministerie concludeerden dinsdag 15 januari j.l. in Amsterdam dat aan oordelen en motiveren nogal wat haken en ogen kleven, met het risico dat er onzorgvuldig wordt gewerkt.

Wetenschap en praktijk

Iedere bijeenkomst van de ‘Zesdaagse’ bestaat uit een theoretisch, wetenschappelijk onderdeel gevolgd door praktijkoefeningen door de deelnemers. Inleiders zijn steeds een hoogleraar uit het netwerk dat SSR onderhoudt onder professoren en een door hen zelf gekozen ‘duo-partner’. Het spits dit keer werd afgebeten door professor Eddy Bauw, hoogleraar Rechtspleging aan de Universiteit van Amsterdam, en zijn collega Bart Jan van Ettekoven, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan dezelfde universiteit. Bauw sprak vooral over de interne kant van het besluitvormingsproces zelf: hoe de rechter tot een oordeel komt, en factoren die daarbij als valkuilen gezien worden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt, zo vertelde Bauw, onder meer dat rechters zich bij het vellen van een oordeel nogal snel laten leiden door ervaringsregels gebaseerd op eerdere zaken en door ‘aannames’. De de deelnemers aan deze eerste bijeenkomst van de ‘Zesdaagse’ herkenden deze valkuilen uit hun eigen praktijk, en ook in de oefening (een oordeel dat geveld moest worden in een concrete casus) werden zij ermee geconfronteerd. De tips voor het vermijden van valkuilen bij oordeelsvorming bleken dan ook bijzonder welkom bij de deelnemers. Adviezen die in dank werden afgenomen, waren bijvoorbeeld: zorg bij een meervoudige beslissing dat oudere, ervaren rechters niet meteen hun oordeel ventileren, maar laat de jongere rechters als ‘advocaat van de duivel’ optreden om te voorkomen dat er te snel wordt ‘voortgeborduurd’ op ervaringen in vergelijkbare eerdere zaken, met als gevolg dat specifieke aspecten van de voorliggende zaak wellicht te weinig aandacht krijgen; en laat het raadkameren soms een paar dagen liggen en raffel geen zaken af na een lange zittingsdag.

Nieuws

Bart Jan van EttekovenBart Jan van Ettekoven belichtte de externe kant van het motiveren. Daarvoor putte hij onder meer uit recent, nog niet gepubliceerd onderzoek dat, op verzoek van de Raad voor de rechtspraak, uitgevoerd werd bij de rechtbank in Utrecht. Van Ettekoven zat in de begeleidingscommissie van dit onderzoek, dat onder leiding stond van professor Philip Langbroek, hoogleraar Rechtspleging en rechterlijke organisatie van de Universiteit van Utrecht. Uit zo’n duizend uitspraken van alle sectoren (verdeeld over vijf rechtsgebieden) en dertig interviews met rechters kwam, zo lichtte Van Ettekoven een tipje van de sluier op, onder meer naar voren dat motiveringen eigenlijk in alle sectoren een hoge tekstcomplexiteit hebben. ‘Het duidelijkst zijn de uitspraken in handelszaken, het slechtst scoren de vonnissen in de strafsector. Dat zijn belangrijke gegevens die ook verder landelijk onderzocht zouden moeten worden wat mij betreft. Ook het feit dat in media-gevoelige zaken anders gemotiveerd wordt, zoals binnenkort na publicatie zal blijken, zou breder uitgediept moeten worden’, aldus Bart Jan van Ettekoven. Volgens hem zijn bijeenkomsten als deze ‘Zesdaagse’ collegetour rond allerlei facetten van het rechterlijk oordelen uiterst belangrijk en nuttig. ‘Juist de relatie tussen wetenschap en praktijk en hetgeen we daarvan kunnen opsteken in een interactief programma maakt deze “Zesdaagse” waardevol’, zo vindt hij.

Vervolg

Volgens Albert Klijn, wetenschappelijk adviseur bij SSR en de bedenker van de Zesdaagse, waren de deelnemers uiterst enthousiast. ‘Juist ook het zelf oefenen met de geboden theorie, waardoor ze met hun neus op de feiten gedrukt worden, hoe confronterend die soms ook zijn, resulteert in kritische discussies en overleg. Het is dan ook bepaald niet ondenkbeeldig dat na afloop van de collegetour extra cursussen of masters worden opgezet door SSR om deze kerntaak van de rechters nog verder uit te diepen’, vertelt Klijn.

De volgende bijeenkomst van de ‘Zesdaagse’ is op 29 januari a.s. in ’s-Hertogenbosch. Hoogleraar Leny de Groot-van Leeuwen (hoogleraar Rechtspleging aan de Radboud Universiteit Nijmegen) zal dan samen met universitair docent psychologie Femke ten Velden, docent aan de Universiteit van Amsterdam, de middag verzorgen over het thema ‘De meerwaarde van de meervoudige kamer’.

Nieuwsoverzicht