Drie ‘abdicaties’

Hoe vaak maak je dat in je leven mee – drie abdicaties in een paar weken tijd? Over de koningin en de paus wil ik niet zoveel zeggen. Ik heb hen slechts op afstand gevolgd en de opleiding die de aanstaande koning bij SSR volgde is van weer even geleden. Anders ligt dat bij de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak die eveneens zijn aftreden aankondigde. Formeel is dat misschien geen abdicatie, maar het voelt toch een beetje zo.

Een ding hebben deze drie abdicaties gemeen: ze leverden eenzelfde soort discussie op. Het is kennelijk nogal gemakkelijk om kritiek te hebben op vertrekkers – de kritiek op de voorzitter van de Raad is in ieder geval wat mij betreft wel erg gemakkelijk. Maar er speelt misschien nog iets anders. Marc Hertogh, hoogleraar rechtssociologie in Groningen, heeft in zijn recente rapport over de relatie tussen rechtspraak en politiek* opgemerkt dat kritiek op elkaar vooral wordt gespuid om de aandacht bij belangrijker zaken weg te houden. Het is niet ondenkbaar dat dit aspect ook speelt bij de kritische geluiden aan het adres van de voorzitter van de Raad sinds hij zijn vertrek heeft aangekondigd. Ik vind het niet zo zinnig om alleen maar te wijzen op datgene wat niet gelukt is of het enkele feit dat hij het strijdtoneel verlaat terwijl de strijd nog volop gaande is.

Laten we wel wezen: de tekenen aan de wand zijn niet van vandaag of gisteren. De institutionele crisis die we nu meemaken, die de grenzen tussen de drie machten doet vervagen en het gezag – ook het rechterlijk gezag – ondermijnt, is al lang geleden voorspeld. In zo’n kader moeten opereren is geen sinecure, ook niet voor sterke mensen die organisaties als de Raad voor de rechtspraak moeten leiden. Ik heb alle respect voor de manier waarop de voorzitter dat gedaan heeft. Hij heeft de Raad voor de rechtspraak op de kaart gezet, de aftrap gedaan en stappen gemaakt. Met lef is hij de nieuwe tijd ingestapt. We moesten van ver komen om van alle eilandjes één geheel te maken.

De communicatie, zowel intern als extern, verdiende niet altijd de schoonheidsprijs. Maar er is wel al veel bereikt om de kwaliteit van de rechtspraak – waarin Nederland internationaal overigens nog steeds hoog scoort – en de communicatie daarover met een steeds meer eisende samenleving te verbeteren. De Rechtspraak vertoont focus en innovatie. De politiek kreeg een stevige gesprekspartner. De relatie rechtspraak-wetenschap is verstevigd. Er kwamen burgerfora. Er wordt, niet alleen via SSR, aandacht besteed aan verdieping van kennis en vaardigheden op belangrijke actuele terreinen. We bezinnen ons tenslotte op allerlei facetten rond rechterlijke oordeelsvorming. En het is zeker nog niet genoeg, maar we lopen wel voorop in de wereld.

Het gesprek zou nu moeten gaan over de kwaliteit van ons werk? Hoe bereiken wij verbinding binnen de Rechtspraak? Hoe leiden wij toekomstige generaties op ? Hoe gaan we de buitenwereld te lijf? Hoe komen we uit het verdomhoekje? Door nóg harder werken en jezelf opblazen? Zijn er innovatieve oplossingen voor permanente werkdruk? Dat zijn maar een paar cruciale vragen die we met alle relevante actoren in dit speelveld zullen moeten bekijken. Tijdperken eindigen nu eenmaal. Maar processen gaan door.

 

* Marc Hertogh, Scheidende machten – De relatiecrisis tussen politiek en rechtspraak, Boom Juridische uitgevers, Den Haag, 2012.

Nieuwsoverzicht