Met bestuurders om de tafel

Met grote zorg heb ik een aantal redes van de voorzitters van de Colleges van Bestuur van onze universiteiten gelezen. Een nieuw academisch jaar werd geopend met pessimisme over het behoud van onze vooraanstaande plaats in de wereld op het gebied van onderwijs en wetenschap. Kortetermijndenken, bezuinigingen, minder zeggenschap voor de universiteiten. Het ziet er allemaal weinig rooskleurig uit. Tenzij, zo vinden velen, de universitaire bestuurders het hoofd niet in de schoot leggen maar ‘blijven hameren op het belang van universiteiten voor onze verre toekomst’, aldus prof. dr. Elmer Sterken, rector magnificus van de Rijksuniversiteit Groningen.

Ik ben het daar hartgrondig mee eens. Het lijkt misschien verleidelijk, maar succesjes boeken voor de nabije toekomst zonder te kijken naar de effecten op langere termijn is volstrekt zinloos.

SSR doet dat ook niet. Van ons veranderprogramma NEXT zijn of worden binnenkort formeel wel belangrijke onderdelen afgerond, maar de ontwikkelingen en vernieuwingen blijven doorgaan. Ook in 2020 moeten wij  garant kunnen staan voor een opleidingsinstituut waar kennisontwikkeling en kennisconcentratie goed vorm krijgen. En net als bij de universiteiten hebben wij onze bestuurders daarbij hard nodig.

Met de herziening van de gerechtelijke kaart is ook een, deels nieuwe, groep bestuurders geformeerd. Mannen en vrouwen met wie SSR om de tafel wil zitten om te zien hoe wij samen met elkaar kennis kunnen delen en ontwikkelen, en wel op een dermate bestendige en constante manier dat de kwaliteit van onze rechtspraak, ongeacht de mensen die aan het roer staan, gewaarborgd blijft.

Ik besef volledig dat dit een cultuurverandering zal zijn. Bestuurders uit OM en Rechtspraak en opleidingsinstituut moeten gaan handelen als één homogene groep. We kunnen ons niet meer achter elkaar verschuilen, maar zullen van onze eilandjes moeten komen om het grotere belang – een kwalitatief hoogstaande rechterlijke organisatie – nu en op lange termijn te dienen. Vanuit gedeelde kernwaarden zullen we samen verder moeten. Binding en bezieling zullen onze gezamenlijke uitgangspunten moeten zijn om al die mooie doelstellingen in de praktijk te bereiken. De manier waarop we dat alles handen en voeten gaan geven is onderwerp van gesprek. Dat gesprek moet, wat mij betreft, op korte termijn beginnen, zodat we op lange termijn een stevig bolwerk van kernwaarden creëren en houden dat een lang leven beschoren is – niet afhankelijk van individuele mensen, maar als conditio sine qua non voor het recht. Een eerste kans die ik zie is binnen de nieuwe bestuurdersleergang voor de Rechtspraak van SSR. Ook met het OM gaan we nieuwe kansen benutten. De SSR-tafel is hiervoor beschikbaar.

Nieuwsoverzicht