Het gezicht van de rechter

De ‘statiefoto’ van de presidenten die vanaf volgend jaar aan het hoofd staan van de tien rechtbanken, vier gerechtshoven en twee bijzondere colleges was koud van de persen of er was al kritiek. Op die foto, genomen in de oude bibliotheek van de Tweede Kamer, stonden namelijk niet alleen rechters, maar ook een aantal bestuurders. En dat schoot sommige trias-puristen in het verkeerde keelgat.

Een van die bestuurders, minister Opstelten van Veiligheid en Justitie, hief bovendien een licht vermanend vingertje naar het nieuwe presidium. Volgens hem zijn rechters te weinig zichtbaar in de media en moeten zij dat veranderen omdat de tijden van vanzelfsprekend gezag voor de rechtspraak voorbij zijn. Rechters moeten publiekelijk toelichten waarom zij bepaalde beslissingen hebben genomen omdat de moderne samenleving dat eist, zo las ik in de krant.

Ik vond het zelf allemaal nogal oud nieuws, eerlijk gezegd. De doelstellingen van de herziening van de gerechtelijke kaart –meer kwaliteit door schaalvergroting – zijn uit en te na geventileerd en toegelicht. De operatie is zo goed als voltooid, en we gaan aan de slag met minder gerechten maar grotere verbanden en daardoor méér gespecialiseerde rechtspraak. Dat rechters meer ‘media awareness’ zouden kunnen ontwikkelen, roepen we al járen en proberen we op allerlei manieren ook in de praktijk te brengen in onze leerlijnen, opleidingen, cursussen en leergangen.

Het ‘wachten’ is nu op het werkelijke nieuws: verbetert de kwaliteit van de rechtspraak? Welke vernieuwingen worden doorgevoerd? Zullen rechters in staat blijken om uit ivoren torens te kruipen en – ook via de media – een toekomstbestendige relatie op te bouwen met de burger?

Cruciaal daarbij is niet alleen de inhoud van hun boodschap, maar ook de toon waarop deze wordt gebracht: ‘c’est le ton qui fait la musique’. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid is wat anders dan arrogant en afstandelijk.  Op die manier sla je geen brug naar de samenleving. We moeten ons realiseren dat houding, gedrag of taalgebruik invloedrijke communicatiemiddelen zijn. Onze uitdaging is om een uitspraak of stellingname kort en bondig maar toch met de benodigde nuance toe te lichten wanneer dat van ons wordt gevraagd.

Verloochenen we ons vak, onze standaard, onze kennis en ervaring, onze kernwaarden als we meer en opener gaan communiceren met de samenleving? Ik denk het niet. Als de rechter één groot goed moet bewaren en bewaken, is het authenticiteit. Een zekere echtheid die bestaat bij de gratie van datgene wat ons bijna van nature is meegegeven. Wie dat authentieke karakter van de rechter en zijn werk op een ‘normale’ manier naar buiten weet te brengen, zodanig dat anderen begrijpen en accepteren wat er wordt gezegd, zal erin slagen om het gezag voor de rechtspraak terug te brengen. Geen vanzelfsprekend gezag alsjeblieft; dat is zo gratuit. Verdiend gezag, daar moeten we naar streven en aan werken. Als die doelstellingen gehaald worden, is dat voorpaginanieuws. Met bijpassende foto’s van rechters die vanuit hun kennis en ervaring, met behoud van hun eigen authenticiteit en uiting gevend aan de kernwaarden van de rechtspraak open en eerlijk communiceren met de rechtsstaat die zij dienen’.

Nieuwsoverzicht