Carla Eradus, de president van de Amsterdamse rechtbank, is ‘zeer content’ met de nieuwe initiële opleiding zoals die nu vorm krijgt. En zij niet alleen. ‘Alle presidenten van de gerechten toonden zich enthousiast op de presidentenvergadering. Er staat wat ons betreft een consistent en solide bouwwerk’, aldus Carla Eradus.
Opleiden, ontwikkelingen, veranderingen, het ligt Carla Eradus allemaal na aan het hart. En zij is er graag bij betrokken. Niet voor niets stelt haar rechtbank dan ook al lang ruimhartig mensen beschikbaar voor opleidingen in allerlei vormen. Zo staat de Projectgroep Initiële Opleiding, die de nieuwe rio-opleiding ontwikkelt, onder leiding van de Amsterdamse rechter Annemiek Huijgen. Ook andere ‘Amsterdammers’ willen graag betrokken zijn vanwege het belang van de opleiding.
‘Opleiden hóórt gewoon bij de Amsterdamse rechtbank – al jaren’, aldus Carla Eradus. ‘Als grote rechtbank moet je natuurlijk continu zorgen voor een constante aanwas van jonge mensen. En iedereen hier vindt het ook leuk om bij opleidingen, in welke vorm dan ook, betrokken te zijn. We proberen hier om in alle vrijheid het beste uit mensen te halen en mee te helpen om hen te vormen tot goede magistraten’, zegt zij.
OP MAAT
Een van de grote pluspunten van de nieuwe opleiding tot rechter is, volgens de Amsterdamse president, dat de rio’s (rechters in opleiding) op maat gevormd worden. Eradus: ‘Tot nu toe moest iedereen die aan de oude raio-opleiding tot rechter begon grotendeels dezelfde weg afleggen, ongeacht zijn of haar voorgeschiedenis. Zes jaar is op zich al een behoorlijk lange periode aan de voorkant van je carrière, maar bovendien lang niet voor iedereen nodig. Je zag dus veel te vaak dat de opleiding niet helemaal “paste” bij wat de raio in huis had. Met de differentiatiemogelijkheden en de modulaire opzet van de nieuwe opleiding, waarbij duur en inhoud afhankelijk zijn van wat mensen elders al aan relevante andere kennis en ervaringen hebben opgedaan, is het voor de nieuwe rio veel aantrekkelijker en inhoudelijk ook zinniger en efficiënter om zijn of haar eigen opleiding op maat te kunnen volgen.’
ANDERE MENSEN
Het is overigens niet zo, dat de nieuwe rechtersopleiding ‘betere’ of ‘slechtere’ magistraten zou afleveren dan de rechters van nu, zegt Eradus. ‘In die termen denk ik niet. Goed rechterschap vereist altijd een hoog niveau van kennis en vaardigheden. Die wordt nu en ook straks geleverd door SSR en andere opleidingen. Aan die inhoudelijke kwaliteit zal natuurlijk nooit getornd worden. Maar er bestaan ook nog zaken als arbeidsvreugde, ontplooiingsmogelijkheden en goed werkgeverschap. En daarin zal de nieuwe opleiding wel voor verbeteringen zorgen. Voor de rechters in opleiding geeft een studie op maat, met veel eigen regie en verantwoordelijkheden, veel arbeidsvreugde. Ontplooiingsmogelijkheden, zowel voor de “studenten” als voor de mensen die bij hun opleidingen betrokken zijn op de gerechten, zullen goed uit de verf komen met de nieuwe manier van leren en werken. En de gerechten zullen allemaal proberen een aantrekkelijke werkgever te zijn, waar deze nieuwe rechters graag zullen willen werken’, verwacht de president.