Het maken van een goed civiel vonnis wordt met het nieuwe handboek De weg naar het civiele vonnis van oud SSR-lector civiel recht Margreet Ahsmann, bijzonder hoogleraar rechtspleging aan de Universiteit Leiden, een stuk gemakkelijker. De kwaliteit van de rechtspraak is daarmee gediend.
Professor Ahsmann presenteerde haar boek maandagmiddag 28 november 2011 in Utrecht ten overstaan van een publiek van ongeveer honderd (overwegend) civilisten, zowel vanuit de zittende magistratuur als daarbuiten.
Het moderne handboek werd enthousiast ontvangen. Een kleine greep uit de vele positieve reacties: ‘Dit hadden we veel eerder moeten hebben’, ‘Het is een geweldig hulpmiddel voor (beginnende) rechters bij het schrijven van een mooi vonnis’, en ‘Ook iedere advocaat zou dit moeten lezen, omdat het inzicht geeft in de afwegingen die de rechter maakt en waarop je dus als advocaat kunt inspelen.’
SSR organiseerde rond de boekpresentatie een leerzaam mini-symposium met als titel ‘Route civiel, de weg naar het civiele vonnis’. Onder leiding van dagvoorzitter Tjalle Hidma, rechter in Zwolle-Lelystad, werden allerlei aspecten rond het civiele vonnis besproken. Met name het antwoord op de vraag of de behandeling van een zaak dan wel de kwaliteit van het eindvonnis het meest van belang zijn in een procedure, gaf aanleiding tot een stevige discussie.
Ook de toetsingskaders die zijn uitgezet door de Toetsingscommissie civiele vonnissen kwamen aan bod. Deze commissie, onder voorzitterschap van oud-raadsheer in de Hoge Raad P. Neleman en ingesteld door de Raad voor de rechtspraak, ontwikkelde een beoordelingsinstrument om de ambachtelijke kwaliteit van civiele vonnissen te toetsen. Deze toetsingscriteria blijken een uiterst nuttig handvat te bieden om te beoordelen of een civiel vonnis wel van kwalitatief hoog niveau is. De toetsing van een vonnis aan de hand van deze criteria is echter een bijzonder arbeidsintensief en dus duur proces. Daarom discussieerde een aantal leden van de Toetsingscommissie maandagmiddag met de aanwezigen over andere mogelijkheden om, aan de hand van de bewuste criteria, op een efficiëntere manier te kunnen zorgen voor kwalitatief hoogstaande civiele vonnissen. Interessant was het om te constateren dat deze toetsingskaders ook al veel eerder in de studiegids Raio-opleiding van SSR waren beschreven. In die gids staan tevens de taak – en kwaliteitscriteria beschreven voor de voorbereiding van een zitting en de zitting zelf.
Veel aanwezigen vonden het een goed idee om een aantal gerechtshoven deze kwaliteitstoetsen te laten doen. Ook zou er meer aandacht voor het taalgebruik in de uitspraken moeten zijn. En, zo vond bijna iedereen, in de opleiding moet er in ieder geval extra aandacht komen voor het maken van een goed civiel vonnis.
De suggesties waren ‘koren op de molen’ van Rosa Jansen, voorzitter van het College van Bestuur van SSR. ‘Wij zijn bezig met het maken van een nieuwe initiële opleiding. Daarin zal ook zeker ruimte zijn om aan dit soort fundamentele behoeften van mensen in opleiding te voldoen. Bijeenkomsten als deze, waarin zoveel kennis wordt uitgewisseld, zijn daarom ook zo nuttig’, aldus Rosa Jansen.