Dat zegt Corrie ter Veer die sinds kort tot de gelederen van SSR is toegetreden als lector civiel recht en personen- en familierecht. Omdat Corrie thuis is in beide rechtsgebieden, is er voor gekozen om voor beide rechtsgebieden samen één fulltime lector aan te stellen.
Corrie werkte voorheen in het Arnhemse gerechtshof als senior-raadsheer bij de sector civiel recht, zowel in de handelskamer als in de familiekamer. Corrie ter Veer: “Vorig jaar was ik 25 jaar in dienst van de Rechtspraak. Ik dacht: ‘Het is een prachtig vak, ik geniet er elke dag van, maar het is goed om ook eens een uitstapje te maken.’ Kort daarop ontmoette ik Margreet Ahsmann. Zij vertelde me wat over haar werk als lector en dit sprak me direct aan. Ik heb altijd affiniteit gehad met opleiden. In Arnhem had ik opleidingen in mijn portefeuille en bij de rechtbank Dordrecht, waar ik vroeger als rechter werkte, hield ik me ook bezig met opleiden.
Ik heb gemerkt dat er de laatste tijd meer een kloof is ontstaan tussen SSR en de gerechten. SSR was altijd ‘ons instituut’ maar de laatste tijd is dat helaas wat minder vanzelfsprekend geworden. Gerechten en parketten zijn onvoldoende op de hoogte van wat SSR kan en doet. Dat is erg jammer, want SSR heeft enorm veel kennis in huis om goede cursussen op te zetten. Dat wil ik graag wat meer over het voetlicht gaan brengen bij de gerechten. Wat ik ook jammer vind is dat gerechten en parketten door de huidige economische crisis geneigd zijn te bezuinigen op opleidingen. Dit vind ik een slechte zaak. De kwaliteit van je mensen is belangrijk binnen de Rechtspraak. Als je daar niet in investeert, roei je achteruit.
Ambassadeursrol
Een lector heeft ook een ambassadeursrol naar de gerechten toe. Ik wil als lector de gerechten bezoeken en ik zou graag landelijke vergaderingen bijwonen en aansluiten bij bestaande samenwerkingsverbanden als BONG en AHA. Deze samenwerkingsverbanden organiseren al veel cursussen voor medewerkers. Door met deze organisaties aan tafel te zitten kun je beter inspelen op de wensen van de gerechten. Het is daarom ook prettig dat ik vijf dagen per week werk. Hierdoor ben ik gemakkelijk te benaderen. Mensen komen dan sneller naar je toe, zowel intern als extern.
Ik denk dat SSR een linking pin nodig heeft bij de gerechten. Dat moet dan bij voorkeur iemand zijn die kennis heeft van de inhoud van het werk en van de cursussen. Bij de gerechten heeft de P&O-afdeling vaak ‘opleidingen’ in de portefeuille en met deze mensen zitten wij rond de tafel. De kennis van de opleidingen is bij P&O-medewerkers over het algemeen echter te beperkt. We moeten meer aan tafel zitten met mensen binnen de gerechten die weten welke opleidingen nodig zijn voor de medewerkers in de diverse vakgebieden. Deze personen kunnen, met het cursusaanbod van SSR in hun achterhoofd, beter inventariseren waar behoefte aan is en dit doorgeven aan ons.
Kortom, er ligt genoeg werk voor me. En ik vind het fijn dat ik hiermee mijn steentje kan bijdragen aan de kwaliteit van de cursussen en het versterken van de band tussen de gerechten en SSR. Als ik dat allemaal bereik, ben ik heel tevreden.”